Uit de diepte - pagina 437

!

!

;

!

431

Neen, zij aanvaarden het Wonder niet; zij zien niet de diepte; doen tekort aan de eere van Immanuel, God, geopenbaard in het vleesch. God in zijn ondoorgrondelijke deugden; in zijn onpeilbaar wezen! Zóo onnoozel Ja, God zij voor deze genade lof en dank Wij belijden en aanbidden en aanvaarden als den zijn wij. zij

!

eenigen troost voor onze zielen: Immanuel God in het vleesch vrije, eeuwige, onvoorwaardelijke, algenoegzame, onwederstaan-' bare genade. God, geopenbaard in het vleesch: voor vijanden, voor boozen, voor haters Gods, onbekwaam tot eenig goed en geneigd tot alle kwaad, onwillige n, goddeloozen! Het Wonder in de kribbe is de eeuwige diepte der barmhartigheden Gods, die in de diepte der ellende van den grootsten der zondaren nederdaalde, om die ellende voor zich te nemen en den verlorene door zijn almachtigen, vryen, Goddelijken wil over te. brengen in de eeuwige, zalige vreugde der heerlijkheid Gods! Wie de diepte van zijn eigen verderf niet kennen leert, die ziet het Wonder in de kribbe niet. Wie de gruwelijkheid der fontein, die in Adam is, niet leert erkennen, die kan de zaligheid, die uit Immanuel welt, niet waardeeren. Zulkeen kent het Kerstfeest niet. Laten zij bij de kribbe bloemen strooien, feesten houden, groene boomen planten, vroolijke lichten ontsteken, lieve liederen zingen, en tal van goede werken doen; zij hebben toch het Kerstfeest niet. Zij houden vast aan het vleesch in het vleesch kunnen in het vleesch, hoe zouden zij genieten Immanuel ontferme zich over ben ;

;

God

«Gezegend zij de groote Koning!" Wie zijne ziel in het houden kan; wie tot zijne redding, tot zijne vertroosting, almachtige, vrije. Goddelijke genade behoeft, die leven niet

versage niet.

Een Kind is ons geboren De genade, de behoudenis voor den verlorene

i

s

er.

Ver-

des harten, opening der oogen, vergeving der zonden, verlossing en zaliging gaan van dit Kindeken uit. Er is hope, dat gij uwe diepte in zijne diepte verliezen zult, en gevonden zult worden in armen van eeuwige ontferming. Maar dan zult gij aan zijne voeten komen, belijdende uwe schuld en doemwaardigheid. Dan zult gij in die akelige stal naar die akelige kribbe komen, bij Maria en de herders, met de wijzen met de tollenaren en de hoeren, die u voorgingen

brijzeling

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen