Uit de diepte - pagina 297

!

: ,

291 de altaaihoorn zich naar hem uitstrekte om gegrepen te worden om door zijne heiligheid den schuldige te beschermen. Konden wij niet nalaten om, het viertal noemende die schoone taal der symbolen u te vertolken wij mogen ook niet nalaten u by deze weer te wijzen op die zonde der menschheid, door een Jeremia (17 1) van Israël gemeld: »De zonde van Juda is geschreven met een ijzeren griifie met de punt eens diamants, gegraven in de tafel van hunlieder hart en aan de hoornen uwer altaren". Wat tegenstelling! God belooft, dat op de bellen der paarden zelfs staan zal »De heiligheid des Heeren" en Juda's zonde gegraven zelfs in altaarhoornen Ik ga thans niet met u onderzoeken, of wij voor dit viertal hier verklaring moeten zoeken in Daniël 2, waar in het droombeeld van Nebukadnezar ons de vier wereldmonarchieën worden getoond of Dan. 8 waar de ram met de twee hoornen de koningen der Meden en Perzen teekont, en de harige bok met den groeten hoorn den koning van Griekenland. Immers uit de afgebroken hoorn, die het wereldrijk van Alexander den Groeten voorstelt, zag Daniël vier aanzienlijke hoornen voortkomen. Het is ons geooeg: het zijn de machten der wereld vijandig tegen het rijk van God. Zacharia zelf verklaart het ons » Het zijn de hoornen, welke Juda, Israël en Jeruzalem verstrooid hebben." Die- machten zijn van God gewekt, om een einde te maken aan die stilheid en gerustheid, aan dat in geestelijken zin nederzitten in luiheid en koelheid, met een weinig slapens, en een weinig sluimerens en een weinig handvouwens. Gelijk de trouwe herder den hond afzendt op de afdwalende schapen, zoo wekt God de vijanden op om zijne kerk wakker te schudden. Dat is de verhooring van des Hoogepriesters voorbede, dat de vyand aankomt als een stroom. Dat is des Heeren ontferming Het komt van Hem. Herodes en Pilatus mochten vergaderd zijn tegen Gods heilig Kind Jezus met de heidenen en de volken Israels zij vermochten niet anders dan te doen al wat Gods hand en Gods raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou" (Hand. 4 28). Aan Pilatus was de macht tegen den Koning der kerke van boven gegeven. Er is geen kwaad in de stad, dat de Heere niet doet. »Ik heb den verderver geschapen", zegt Jesaja's God (54 16). _De vier machten der wereld, losstormende op de stad onzes Gods; ziet, dan is zij van alle zijden aangevallen. Van Noorden Zuid-, van Oost- en Westzijde wordt zij door den vijand bestookt, zoodat er geen uitweg meer is. Was het nog van twee zijden; maar neen! het is van allen kant, zoodat voor raenschelijk oog geen uitkomst rest, en benauwdheid en schrik ,

,

,

:

,

,

,

:

,

:

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen