Uit de diepte - pagina 327

:;

321 aan zichzelven werden overgelaten, als Gods Woord niet langer de eenige regel en het richtsnoer was van heel hun leven, waar zouden "ze dan aankomen? Maar nu de Silo hen brengt onder de macht zijns Woords en onder de tucht des Geestes; nu Hij ze brengt aan zijne voeten, zoodat ze, aan eigen wil gewat wilt Gij, dat we doen zullen ?" nu speend, vragen » Heere de schepter van is het alleen krachtens die trouwe Gods, dat hen niet wijken zal. Dit is de vastheid van Jezus gemeente, dat Hijzelf haar Koning is; dat dus de poorten der hel haar :

!

niet zullen overweldigen. Wel zijn er tijden, donkere tijden in Gods kerke; tijden, dat daar een jammerlijke inzinking plaatsgrijpt; tijden, dat

het allen schijn heeft, alsof de schepter van Juda is geweken, Heeren waar te al? Gods kinderen, insteê van de wacht des nemen in slaap zijn gevallen; als in Gods kerke meer gevraagd

wordt naar der menschen woord, dan naar 't Woord van haar Koning. Maar toch, wijl de schepter van Juda niet wijken zal, totdat" Silo komt, zoo is elke ver wakkering in de kerke Gods alleen eene vrucht van 's Heeren trouwe. Dies is het bemoedigend als de teekenen van leven weer in Sion worden gezien. Doch er is in onzen tekst niet slechts sprake van een schepter, maar ook van den wetgever die niet van tusschen de voeten van Juda wijken zal, totdat Silo komt. Wanneer oudtijds de koning op den troon zat, dan had hij niet alleen den schepter in zijne hand; maar dan lag ook tusschen zijne voeten de wetroUe. Die wet, hier wetgever genoemd, nu blijft op Juda, totdat Silo komt. De wet nu werkt toorn. En indien de koning u met zijn schepter heeft aangeraakt eu gij dus komt onder de macht des Woords, o dan krijgt ook die wet eerst voor u haar volle beduidenis. Door die wet toch leert ge kennen, wie ge zijt. Die wet openbaart u, wie gij zijt. Die wet veroordeelt u. hoezeer ge ook langs velerlei wegen uw eigene gebeproeft op te richten, de wetgever zal niet van tusschen Judas voeten wijken, totdat Silo komt. De wet eischt en blijft eischen zij eischt niets minder, dan

En

rechtigheid

;

dat ge aan die wet

volkomenvoldoet.

Hier baten dus geen schoone beloften. Hier waarheid gekend worden, dat de wet u vrijspreekt dat ge naar die wet vrij uitgaat. Eq overmits die wet de volkomene voldoening aan Gods recht eischt, staat ge bij dagen en bij nachten onder die wet Dan durft ge de oogen niet opals een schuldenaar voor God. kennen in uw verdoemelijken staat uzelven leert ge Dan heffen.

Volkomen.

moet het

in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen