Het werk van den Heiligen Geest - pagina 148

BUITEN SCHULD EN ZONDE.

110

xviii.

BUITEN SrUlILD EN ZONDE. Want zoodanig taamde ons,

een Iloogepriester be-

heilig, onnoozel,

onbesmet,

afgescheiden van de zondaren, en hooger

dan de hemelen geworden. Hebr.

mag

aan

het

kort gedaan,

dat

onze

In te

niets

bloeds"

heerlijk getuigenis der

Heiland

eeuwen

Alle

wel

dat

en

aannam,

door

beleed

menschelijke

den

vóór

die

de

spreekt

»Zoo

schrijft:

heilige

ook

hij

is

den broederen moest

En

zoenen."

hiermede, volgt

in

geen

is

18

VS.

hij

hij

Het

Adam, waaronder we door

maar

was,

apostel

de gezonken menschelijke

klaarlijk

in

als hij

uit,

om

worden,

Hebr. 2

14

:

des vleesches en des

i.

»Waarom

en er in vs. 17 bijvoegt:

gelijk

den

van

prikkel

op:

onmiddellijk

de zonden des volks

in

hij

te ver-

hetgeen

»In

kon gevoelen, want

Satan

is

of

zijnde,

Woord

staat,

mensch geworden

is

wij,

om

in

aan onze

de erfschuld van

ouderen geboren, niet anders kunnen

staan, uit onze

verdorven

val

Zone Gods

de

ónze rampzaligheid, dat

en leven, dan in het

den

verzocht

hijzelf,

er

dengenen, die verzocht worden, te hulp komen."

onderhevig,

gevallene natuur.

dat

niet de menschelijke natuur

dus voor hem, die op den bodem van Gods

twijfel

optreden

Gods

wel zulk een aannemen van onze natuur bedoelt de apostel

waardoor

geleden heeft, kan

Het

een

hij

de maagd Maria heeft aangenomen;

desgelijks derzelven, d.

bloeds, deelachtig geworden"; alles

kerk des Heeren, dat

de

verlost.

na den val was geworden.

natuur, gelijk die door en

Dit

ook

uit

val

kon de mensch worden

prijs

dat de Zone

in dien zien,

gelijk

dan

natuur

worden

ons te redden, moest de Zone Gods

onze natuur aannemen. Tot geen minderen

waarachtig

Schrift

26.

:

Middelaar »des vleesches en des

en

Om

deelachtig geworden.

is

HeiHge

7

deelgenootschap aan dat vleesch en bloed, is.

vleesches en des bloeds deelachtig

Eu zijn,

overmits nu

zoo

is

ook

als kinderen,

wij, hij

des

desgelijks derzelven

deelachtig geworden.

Men kan belijden,

dat

dus

nooit

beslist

de

Zone

Gods,

en

stellig

toen

natuur droeg, waarin wij thans zelven geheel en

al

hij

genoeg uitspreken, getuigen en

op

aarde omwandelde, diezelfde

persoonlijk leven

;

dat

zijn

vleesch

van éénzelfden oorsprong was met ons eigen vleesch; en dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen