Locus de Consummatione Saeculi - pagina 126
College-dictaat van een der studenten
124
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). geschiedt in de natuur, wel degelijk eene praeformatie
En Wat we
voorvalt. 3,
dit
tot
moet ook wel
is
van hetgeen geestelijk
degelijk gepredikt worden.
dusver opmerkten, was eigenlijk nog slechts inleiding op de We gaan nu eerst over tot de behandeling van
bespreking van deze paragraaf.
hare materie. Eerst moeten
we
ons dan historisch op de hoogte van de aanhangige kwestie
stellen.
De
eerste geplante kerken, die Christus beleden hebben, leefden in het onmid-
van des Heeren wederkomst. Daaruit alleen verklaart zich het verkoopen der goederen en wat we lezen in den tweeden brief van den apostel Petrus en in den tweeden brief van Paulus aan de Thessalonicensen. Men werd reeds ongeduldig over Christi wederkomst. Wat was daarvan de fout'? Dit was deze, dat daarin niet sprak een uitgaan van het hart naar de glorie dellijk besef
maar eene
Gods,
En
begeerte, een zucht
om
zelf die huitengeivone
dingen
te heieven.
ten tweede hing hiermee saam, dat de parousie des Heeren glorie zou
brengen en verlossing uit het lijden en uit den druk, waarin G-ods volk verkeerde. Vandaar, dat we reeds op de lippen der discipelen van Jezus de vraag des ongedulds vinden: „wanneer komt het dan toch?" Dus zelfs bij de apostelen komen die gedachten reeds op; wel te verstaan evenwel: vóór Jezus hemelvaart. Na zijne hemelvaart bestrijden ze zelf die gedachten en gaan zij die opiniën bij anderen tegen. 2 Petr. 3:3 s.s. „Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters
komen
zullen" enz.
nieuwsgierigheid en
De hij
apostel bestrijdt dat valsche ongeduld en die valsche
zegt vs. 7
,,de
hemelen, die nu
zijn,
en de aarde,
zijn
door hetzelfde woord als een schat weggelegd en worden ten vure bewaard tegen den
dag
des oordeels en der verderving der goddelooze menschen. Deze woorden
moeten
plastisch opgevat worden. Ze willen zeggen, dat hemel en aarde, evenals brandhout tegen den winter wordt bewaard en dus op het oogenblik ongebruikt ligt, worden weggelegd en bewaard ten vure tegen den dag des oordeels. De tegenwoordige orde van zake is derhalve ee^ie orde in-pauze. En nu zegt hij verder, dat ^q. die pauze niet moeten &ere^•e'wew naar onze menschelijke chronologie, maar naar Gods wijze van rekenen en deze is, dat „één dag bij den Heere is als duizend jaren en duizend jaren als één dag" (vs. 8). En ten tweede is die pauze als een uitvloeisel van Gods lankmoedigheid: die dag zal niet
komen, voordat het geheele getal der uitverkorenen vol zal zijn (vs. 9). En dit alles is hierom, opdat zij in heiligen wandel zouden leven (vs. 11). Deze voorstelling wordt anders, zoodra de heftige vervolging en verdrukking ophoudt. Dan meent men het in dezen xoojnos weer goed genoeg te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's