Locus de Consummatione Saeculi - pagina 697
College-dictaat van een der studenten
365 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
macht.
Waar nu
echter ieder toestemt, dat alle Overheid buiten Israël wel
wetgevende macht bezat, moet uit de vermenging een conflict worden geboren, wanneer men ten eenemaal de Overheid neemt als wel bevoegd en ten andere maal als onbevoegd. Deze fout, die de vruchtbare bron van dwaling was, laten
we
op
dit
oogenblik rusten
om
de vraag te doen:
Wat was
het historische verloop, waarin zich de verhouding van de Overheid tot de Kerk in groote trekken ontwikkeld heeft? Bij het beantwoorden dezer vraag beginnen we met de kerk eerst te subordineeren onder liet meer algeweene begrip van religieuse vereeniging. Doch we doen dit niet zonder voorbehoud, want in de dagen van Schleiermacher is dit II (a).
subordineeren van de kerk onder het genus Religionsverein juist de oorzaak geweest, waaruit de geheele denatureering van de kerke Gods is voortgekomen, en we weten, hoe hij met dit begrip juist de geheele evolutietheorie op de
kerk van Christus toegepast heeft. Hier echter subordineeren we en met recht. Waarom met recht? Omdat de Overheid een instelling Gods is voor alle volken en natiën, dus niet alleen voor die volken en natiën, waarin de Jcerk van Christus optrad.
Nu bestond in die oudere volkeren en natiën, waarin de kerk van Christus nog niet optrad, toch een religieus analogon. In Indiö bestaat geen Buddhistische kerk. Dit wel te zeggen is een miskenning van het univoque karakter van het woord kerk. Wel
bestaat
vereeniging
er
in
met een
Indië,
in
China en allerwegen eene genootschappelijke
religieus doel, ontstaan door den natuurlijken trek
van
het menschelijk hart naar gezelligheid en vereeniging, onder de aandrift van religieusun Trieb geopenbaard.
Nu
spreekt het vanzelf, dat de Heidensche Overheid, die tegenover de religieuse
vereeniging een zekere positie had ingenomen, de verhouding tusschen de beide
machten op de een
of andere wijze geregeld en geordend heeft, dat, toen het Christendom de wereld inging, die Overheidspraktijk in alle landen, waar de kerk van Christus kwam, bestond, en dat juist daarin het gevaar lag, dat de Overheid, zoodra ze de Kerk van Christus zag intreden, die Kerk op één lyjn plaatste met de andere Religionsvereinen en aan de kerk wilde opleggen zich te 't
plooien
in
dezelfde
voegen,
die
ze
voor die religieuse vereenigingen
in
leven had geroepen.
Daarom is het noodzakelijk om terug te gaan tot het meer algemeene begrip van de verhouding van de Overheid en de Religionsverein. V. In dit opzicht is het meest van belang de verhouding van de Overheid tot de Religionsverein, zooals die in het Romeinsche rijk bestond.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's