Locus de Consummatione Saeculi - pagina 313
College-dictaat van een der studenten
.311
Colleg-e-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). B. Salus Aelerna. 1. Dit begrip hebben we in te deelen in tweeën. We liebben te onderscheiden tusschen de aatriQLa. en de 5o|a, de zaMgheid en de heerlvjkheid. Hierop moet met nadruk gewezen, omdat de Gereformeerde Dogmatici ten tijde van de Hervorming daarvan niet veel geven. Haarfijn zijn nageplozen die leerstukken, waarin wij met Rome in controvers lagen; dat der praedestinatie, der kerk, der sacramenten enz. Daarentegen is bijna niets gedaan aan de Loei de Deo, de Providentia, de Novissimis; alleen werd het vagevuur krachtig
bestreden.
Daarom moet men met aandacht
letten op die principieele tegenstelling.
Vooral omdat in de Heilige Schrift die twee begrippen van amrrjQïa en dó^a niet altijd nauwkeurig en precies worden onderscheiden. De Schrift geeft immers
geen
begrippen.
dialectische
„imterschiedslos"
De
Heilige
geeft
Schrift
ideeën
alleen
aan,
.
men
Nooit kan en moet
dus precies zeggen: dddr
is
nu
bij
de dó^a geheel
en omgekeerd; maar we hebben alleen te vragen: maakt de Heilige Schrift een bepaald onderscheid? Een heel eigenaardig begrip, dat ook nog in de Heilige Schrift voorkomt, is
geen sprake van de
dat der
aazrjQta
ccTioXvrgcoaig.
van amiriQïa en dó^a moet in haar noodsakelyken oorsprong begrepen worden. De dvayKri, waarmede Gcozrjgïcc en dó^a beide optreden, ligt:
De
duïteit
1".
theologice
2".
anthropologice
„
„
„
„
ziel
3^.
hamartologice
„
„
„
„
zonde en ellende;
Nu
is
in de tegenstelling tusschen
Cor.
zonde
;
en lichaam;
dnolvTQwoLg het begrip, dat de ellende raakt; en als de ccnoXvrgaGii de
miseria wegneemt, dan neemt de 1
God en Wereld;
1
30.
:
Hier heeft
dyiacfióg
den smet der zonde weg.
dnoXvrgcocig niets te
maken met
het begrip van
tusschen God en mensch. in de zegenbede „genade, vrede, barmhartigheid enz." „vrede" het-
naxaXXayr} is de verzoening, sluit in de relatie
Daarom
is
zelfde als KutaXXayTj. 1)
dTtoXvxQWGig ziet op
2) dyiaa^óg 3)
8Lv.c/.C(06ig
„
eerste
8
:
30.
omvat
„
„
innerlijk;
poneert onzen staat;
4) y.uxaXXayri
Rom.
„
onze conditie uitwendig;
en
stprjvTj
Op deze hier
zien op de relatie.
plaats
is
zoowel den
alleen sprake van: sSfnaiaGs xoi tSó^aGs. status, als de innerlijke conditie
èdiHccïaas
heeft dus de beteekenis van: de diKaLaaig, de
en
;
slQTjvr]
de
ccTtoXvzQcoaig zit
ayiacfto's
en de
Het
relatie;
en de xaraUayjj
in èdó^aas.
In elk geval wordt toch de uitwendige en de inwendige staat onderscheiden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's