Locus de Consummatione Saeculi - pagina 579
College-dictaat van een der studenten
247 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
Tot verweer tegen
valsche
de
Anabaptistische
voorstelling
Vaderen, behalve op de plaatsen van gelijke strekking, ook op
wezen onze
:
Efez. 6 VS. 5.
5.
De Statenvertaling
is
niet
duidelijk
voor hen^ die geen Grieksch kennen.
"Wat hier van de dienstknechten gezegd wordt, wordt gewoonlijk geïnterpreteerd naar onze toestanden. Men denkt daarbij dan aan knechten en dienstboden. Dit
is
verkeerd,
want óovloi beteekent
De toenmalige dienende stand
slaven.
een toestand van slavernij, 't Spreekt vanzelf, dat de slaven in dezelfde of nog strenger verhouding verkeerden tegenover hun, v.vQiog dan de
verkeerde in
onderdaan tegenover de Overheid, want de heer van een slaaf was eigenaar en bezitter, had het recht van leven en dood over hem, oefende dus volkomen magistratuur, ja nog meer dan dat, over hem uit. Wanneer het nu de bedoeling van het Evangelie van Christus geweest ivas om orde af te schaffen, dan zou de slavernij in de dan had de Apostel moeten zeggen, dat bekeerde slaven van hun' heer moesten wegloopen en hun eigen geluk zoeken. Paulus nu doet dit niet, maar zegt veeleer, dat ze moeten blijven dienen en om 's Heeren wil aan hun' heer gehoorzamen. 6". Sterker nog komt dit uit in den brief aan Philcnion. Onesimus, een bekeerde jonge slaaf met beslisten geest was van zijn' y-igiog weggeloopen. Wat zegt nu Paulus ? Dat hij nu met zijn' heer niets meer te maken heeft ? Neen, hij vermaant hem tot zijn' heer terug te gaan en zich weer in zijn' dienst te stellen. Dit is kras uitgesproken. Philemon was ook een Christen, maar Paulus laat dien band liggen. Onesimus moet zich weer in het bezit van zijn' heer stellen en dan zal het van Philemon afhangen, of hij hem vrijlaat. Onesimus, zegt Paulus, heeft geen macht om dien eenmaal tot stand gekomen band te de
bestaande
maatscha,ppelijke
eerste plaats afgeschaft zijn;
verbreken. Vergelijkt men nu die twee banden van den slaaf aan zijn' heer en van den onderdaan aan de Overheid, dan zou er sprake van kunnen zijn, dat de slavenband losgemaakt werd, daar de slavernij in beginsel anti Christelijk is. Waar nu de Apostel dien slavenband Nomine Christi eerbiedigt, daar kan er vanzelf geen sprake zijn van eene losmaking van den band, die den onderdaan aan de Overheid bindt. Nergens heeft het Evangelie, toen het optrad, inbreuk gemaakt op de bestaande institutaire, sociale verhoudingen het liet ze stil staan en blijven, wat ze waren. Het Evangelie heeft alleen den zuurdeesem der ivaarheid in de sociale verhoudingen ingelegd, opdat van binnen uit de vezelen, waarmede de slavernij in het volksleven gehecht was, zouden losgemaakt worden. In verband hiermede hebben onze Vaderen er terecht op geivezen, dat er in het ;
Nieiiive
Testament personen voorkomen, die in een Overheidsambt geplaatst zijnde,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's