Locus de Consummatione Saeculi - pagina 465
College-dictaat van een der studenten
133
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
worpen zijn. Die formule had rechtstreelcs liierop betrekking, dat beiden liun rechtsbetrekking aan God als Koning en Souverein ontleenden.
Op
gelijke
wijze
kan
staatsrecht mainteneert
om
aantoonen altijd, zij
bij
't
Staatsrecht.
van vroomheid of middel,
niet een betuiging
Immers
in
het
het ook nu een verzwakte gewoonte,
met gezag bekleed worden door een
personen, die
maar
men dit men nog
eed te binden. Die eed
om
ze onder den band houden, maar evenals in de formule „in Nomine Sanctae Trinitatis" ligt er een juridisch begrip in, nml. dat men beiden zich stelt onder den Souverein, is
te
waaronder
God
men
staat
men
en dat
uitgaat, zich over en
door een drang, die van den Souvereinen
weer aan elkander verbindt.
brengt ons vanzelf op de reclitspleging. Die gaat zelfs evenmin buiten Openbaring om. Hoe zal een rechter schuld bewijzen? Enkele gevallen uitgezonderd, kan dit niet anders dan door getuigenverhoor. In den eed is het Dit
de
middel geboden
om
de getuigen onder
God
te
stellen.
Slaat nu de overheid een valsch vonnis na een valsch getuigenverhoor, dan heeft natuurlijk de overheid hieraan geen schuld en
met de gedachte,
len
dat
meineedige echter den eed de
kan
zij
zich tevreden stel-
ontvangen van -den het getuigenverhoor weg, dan
zijn straf zal
Oppersten Kechter. Neem uit mist het getuigenverhoor zijn bewijskracht, omdat men genoegzaam weet, hoe het met waarheid spreken onder de menschen staat en er in geen enkel geval aan te denken is, waarom men mij op het zeggen van anderen, tegen mijn eigen zeggen in, zou veroordeelen. Buiten den eed, d. i. buiten de god-
wordt de rechtspleging uit hare voegen gelicht. Een ambteomdat dan de getuigenis van een enkel persoon voldoende is, want bij den ambtseed hebben we te doen met een dubbel binden aan de autoriteit Gods, door den ambtseed zelf en door den eed als delijke autoriteit
lijk
getuigenis doubleert zich,
getuige.
Wanneer we de verschillende dan kan niet één deel blyjven
deelen
van
het recht in zvjn branches
dus nagaan,
staan, als ive niet rekenen met de Opeyibaring en
den Rechter van hemel en aarde. In de eerste plaats
't burgerlijk recht, dat beschikkingen maakt verhouding de)- leden in 't huisgezin, over goed en eigendom en de verschillende verhoudingen en betrekkingen, waarin dat voorkomt, moet een geopenbaarde wil van God bestaan om te weten, hoe er te handelen is mei het huwelijk, omtrent eigendom etc, opdat men niet evenzeer zeggen kan „eigendom is diefstal." Daarbuiten mist de wetgever, die het burgerlijk recht maakt, alle vast uitgangspunt voor de inrichting der burgerlijke verhoudingen en hangt die af van de toevallige opinie van den persoon, die de wet op dit oogenblik te geven heeft.
1.
over
het
huwelijk,
over
b.
de
v. in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's