GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 349

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 349

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZOND.

door dat

om

gedeeltelijk:

XXXII. HOOFDSTUK

351

III.

schoone en ware verleid, de hoogst bedenkelijke fout,

ook de opvatting van ons zedelijk leven, en de juiste begrippen van

de onderscheidene deugden, uit deze heidensche wijsgeeren

van

plaats

de Heilige Schrift. Prof.

uit

te putten, in

Danaeus, die destijds het eerste

onder de Gereformeerden de zedekunde ter hand nam, en er een kostelijk

handboek over

heeft

schreef,

hiervan evenmin

zich

vrij

gehouden.

En

ürsinus' Schatboek over den Catechismus opslaat, ziet terstond, dat

wie

ook de opstellers van den Catechismus op

Ook Ursinus toch omschrijft

liepen.

op

heidensch-wijsgeerige

der

Dankbaarheid ook

zijn begrip

Calvinistische

de

van Dankbaarheid geheel

om

en wendt een poging aan,

wijze, in

punt verre van zuiver'

dit

het stuk

op deze leest

prediking

te

schoeien.

toch dat Dankbaarheid uit twee bestanddeelen bestaat;

zegt

Hij

t.

w,

waarheid en rechtvaardigheid, en bedoelt hiermede, dat er allereerst waar

moet

heid

zijn in de

rechtvaardigheid,

En nu

vergelden. dit

niet gaat.

erkenning van de genotene weldaad, en ten andere

doordien

het

Waarheid

ingeslopen fout

hier

de waardij te

maar van een met

God de Heere

is

daaraan

zeer

gelijke waardij vergelden

goedertierenheden kan geen de minste sprake

zijn

De

om

zijn,

in het binnenste toch vraagt

zeker in onze dankzegging;

van

onze toeleg moet

gevoelt elk godvruchtig lezer terstond, in welk opzicht

zijn.

te wijten, dat de

heidensche wijs-

geeren zulke begrippen gemeenlijk uitsluitend aan de verhouding van den

éénen mensch tot den anderen ontleenden, en daarna deze aldus vastge-

God den Heere en onze betrekking tot Hem overbrachten. Zoo dikwijls de liefde ter sprake kwam, weet men wat kwaad deze verkeerde manier van doen gebrouwen heeft. Men vormde zich dan begrippen

stelde

op

van de

een begrip

liefde

onder menschen, die geheel op wederkeerigheid

berust,

en vormde zich daarnaar een natuurlijk altoos valsch denkbeeld

van de

liefde Gods.

heid.

Had men

En

daarbij

ditzelfde greep

nu

plaats in het stuk der Dankbaar-

nog de verhouding van den bedelaar

tot

den

rijke

genomen, men ware nog beter uitgekomen maar de heidensche wijsgeeren ;

weinig met de armen

lieten zich

terrein

en ontleenden hun begrippen op

dit

meest aan de verhouding tusschen de welgestelden en beschaafden

onderling.

dat

in,

men

En tusschen

deze soort lieden nu eischte

vooreerst zijn vriend oprecht erkentelijk

h.

was

i.

de dankbaarheid,

(waarheid); enten

men niet rustte eer men hem eve^i groote weldaad had bewemen van hem ontving (rechtvaardigheid). Wie meer aannam, dan

andere, dat zen, als hij

weergaf, gold als hebzuchtig en deed te kort aan de waarde van zijn

positie.

De hoogmoed speelde

moest zich

te

hoog gevoelen,

hierin.

om

bij

Een Romeinsch welgesteld burger slot van rekening schuldenaar te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 349

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's