GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 206

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 206

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

194

op

het

slagveld

IX.

HOOFDSTUK

denkt eerst

staat,

plan van aanval

zijn

commando,

II.

uit,

dit

is

de

woord; en dan, op en door dat woord, geschiedt de aanval, en zoo komt de zaak er. Dit nu is zoo bij ons, menschen, als flauwe afschaduwing van wat het in God den Heere was en is en zijn zal. Ook bij Hem is eerst de gedachte, hoe het worden zal, dan het woord, waardoor Hij hetgeen nog niet is roept zoodat het wordt; en eerst daarna ontstaat en komen het feit en de zaak. De gedachte, de uitdenking, de beraming van den raad Gods gaat dus gedachte; dan geeft

aan

alle

dit

is

schepping vooraf. Hij de Heere, was

denken aan zijn

zijn

hij

niets

raad volstrekt

buiten zich gebonden.

het

uit

dien hoofde

was

Hij

in

bij

dat uit-

formeeren van

het

vrij machtig.

Toch was dit bedenken, deze uitdenking, deze beraming des Heeren Hebren daarom niet zonder bepaling. Een raad zonder bepaling is een gril, is inval, is willekeur, en waar dit reeds bij den mensch afkeuring op den Heere onzen God willen overbrengen. De Heere koos in zijn raad. De wereld, zooals ze nu tot stand kwam, was niet de eenig mogelijke of voor Hem eenig denkbare. Er waren voor verdient, zal wel

niemand

dit

Almacht ook andere werelden en geheel andere toestanden mogelijk. Zoo koos Hij dan uit die vele mogelijke en denkbare toestanden hetgeen thans tot stand kwam. En zoo is er in zijn raad Kiezing, en het is in zijn

die kiezing dat zijn goddelijke Wijsheid uitblinkt.

En waarin

ligt

nu reeds

ons,

bij

menschen, de wijsheid der keuze"?

Immers daarin, dat het door ons gekozen einde het beste is en de uitkomst daaraan beantwoordt. Zoo moest er dus wel in dezen Raad des Heeren een oogmerk, een doel, een uiterst einde zijn, waarop alles aangelegd, waarop het berekend, waaraan het alles ondergeschikt wierd; en het is eigenlijk eerst door dit richten van alles op dit uiterste einde of oogmerk en einddoel, dat het bestek en plan en de besluiten des Heeren die innerlijke eenheid en diepte

stempelt tot een saamhangenden volheerlijken Raad. En wat kon nu dit uiterste einde zijn? Dit uiterste einde of oogmerk kon slechts in een van deze beide liggen, of in iets buiten God, of in

erlangen,

die

ze

raad sloeg, nog niets hoegenaamd buiten God bestond, zoo kan het niet anders of God de Heere moest dit uiterste einde in Zich zelven zoeken. Hij heeft alle dingen dan ook metterdaad geschapen om zijns zelfs wille.

Hem

zelven.

En overmits

Zijn glorie, dat

is

het

en een ander oogmerk

oogmerk,

om

zijn

uiterste einde of

is

er nu, toen

God

oogmerk waarnaar er niet.

geroepenen

hoofdoogmerk

te

Want

Hij

zijn

Raad

gericht heeft,

wel vloeide er straks in het bij-

zaligen,

voort.

zijn

Toen

maar ook Hij zijn

dit

vloeide

uit

het

eeuwigen Raad sloeg,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's