GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 577

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 577

Derde deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ZONDAGSAFDEELING XXXVI. Vraag 99. Wat Antwoord. Dat

gebod?

wil het derde wij niet alleen

dig zweren, den

met vloeken of met valschen

naam Gods

niet lasteren

eede,

maar ook metonnoo-

noch misbruiken, noch ons met ons

stilzwij-

gen en toezien zulker schrikkelijke zonden deelachtig maken, en in summa, dat

Name Gods

den heiligen

van ons recht bekend, aangeroepen en

dat Hij

wij

anders niet dan met vreeze en eerbiedinge gebruiken, opin al onze

woorden en werken

ge-

prezen worde.

Vraag lOO.

Is het

God

dat

dan zoo groote zonde Gods naam met zweren en vloeken

zich ook over die vertoornt, die, zooveel als het

ken en zweren niet helpen weren en verbieden

Antwoord. Ja

gewisselijk

dan de lasteringe

;

want daar

zijns

is

hun mogelijk

te lasteren, is.

het vloe-

?

geen grooter zonde, noch die God meer vertoornt,

Naams, waarom Hij die ook met den dood

volen heeft.

te straffen be1

EERSTE HOOFDSTUK. Geeft den offer,

HEERE

de eere

zijns

naams, brengt

en komt in zijne voorlioven. Ps. 96:

Ook

bij

8.

Gebod beginnen we met de woorden van het gebod Ze lulden In het oorspronkelijke eenigszins anders, dan de

het derde

toe te lichten.

Statenoverzetling ze biedt. Letterlijk toch staat er: „Gij zult niet opheffen

den Naam van Jehovah uwen God naar het onschuldig houden, wie geschiedt, niet: <en

Naam

naar het

ijdele,

want Jehovah

ijdele opheft."

zal niet

de toespraak

ook in de andere geboden, in het enkelvoud. Er staat

gelijk

Gijlieden

zijn

enz.,

maar

gij,

van één persoon gezegd; op den

man

af;

geheel individueel genomen.

men nu te Jehovah"? Stellig mag

Wat

terlijk

heeft

uitspreken

verstaan onder „het onheflfen van den dit niet, gelijk

Naam van

velen wanen, beperkt tot het

van Gods Naam, zoodat feitelyk

dit

let-

gebod zich alleen

tegen het dusgenaamde vloeken zoo keeren.

Want

al lijdt

het geen twijfel, of ook deze zonde wordt door dit gebod.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 577

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's