E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 132
Derde deel
XXIX. HOOFDSTUK
ZOND.
134
aan het
God
Avondmaal komt,
heilig
God
^ voor
dat
te betuigen, in stede
ontvangen en zich door
te
Doch het
er
God
komen zou om
Avondmaal
heilig
Avondmaal
toe
Thans
zijn.
zij
brengen of
te
iets
te laten betuigen;
hierover nader in onze derde reeks, als
heilig
van
zijn
en die nu,
vindende, des-
ziel
wegblijven.
we aan
„het gebruik" van
het genoeg, te hebben aange-
Zwingli's standpunt bestaat, en in hoeverre het ook onder
waarin
duid,
van het
in jaar uit
men
zijn
aan (xod
iets
genoeg in hun eigen
dit eigen getuigenis niet krachtig
wege jaar
om
alleen
II.
ons nog voortleeft. Zwingli
Tegenover <
met de Roomsche,
Gods Woord, staande het ^
-waarin
onzer
te
Avondmaal,
heilig
dus de Gereformeerden zich op ééne
plaatsen
lijn
Grieksche en Luthersche kerken, om, op grond van
houden,
niet
iets
Sacrament, zoo ook
dat, evenals elk is,
dat wij voor
God doen, maar
iets,
iets doet, ons ten behoeve, ter verrijking van het genadeleven
God
ziel.
Evenwel, hoezeer we
in dit
hoofdpunt met deze kerken meegaan, kunnen
deze kerken niet volgen in de voorstelling, die ze van deze Goddelijke
we
We
daad geven.
Roomsche
der
kunnen
kerk,
die
niet
instemmen met de Transsubstantiatieleer
ons wil doen gelooven, dat brood en wijn, on-
der de zegenspreuk van een priester, iu het waarachtig lichaam en bloed
Heeren veranderd wordt.
des
.-
Wel stemmen we
in
met de
belijdenis der
Roomsche en ook der Grieksche en Luthersche kerken, dat Christus ongezien in het heilig Avondmaal tegenwoordig is, maar we ontkennen tegenRome. dat Christus
over
brood en wijn in
schen gaan
we
geheel deelen.
de
eer,
toch
i.
in
het brcod en in den wijn zou
zijn,
of ook
lichaam en bloed omzet. Ook met de Griek-
niet meê, die ten deze de
Roomsche
voorstelling nagenoeg,
En wat de Lutherschen aangaat, zoo geven we hun gaarne om de Roomsche voorstellingen
dat ze een loffelijke poging waagden,
te zuiveren is o,
zijn eigen
7iiet
leeren,
en wijn,
en te reformeeren; maar toch, wat ze daarvoor in plaats stelden
in
overeenstemming dat
te
brengen met de Heilige
Christus, ook naar zijn lichaam, in,
aanwezig
is
en genoten wordt, dan
is
dit,
bij
Schrift. Als
zij
en onder brood
naar onze innigste
met wat de Heilige Schrift ons van de Hemelvaart des Heeren openbaart, en met het menschelijk blijven, en niet
overtuiging,
in
lijnrechten strijd
alomtegenwoordig
zijn
van de menschelijke natuur in den Christus.
Het klinkt daarom zoo zonderling, zoo
vaak Lutherschen ontmoet,
als
die zelfs
men heden van verre
ten dage in ons land niet
vermoeden, dat
een zeer ernstig geschil hen van onze Gereformeerden scheidt. Ze denken
- dan, dat Lutherschen en Gereformeerden het
eigenlijk in alles eens zijn
en dat er alleen met opzicht tot het heilig Avondmaal een kleine, nau-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 132](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's