E voto Dordraceno - pagina 249

ZONDAG

HOOFDSTUK

X.

237

IV,

„Als Hij spreekt, zoo doet Hij een stormwind opkomen die de omhoog verheft" (Ps. CVII 25). Dan „weer doet Hij den storm stilstaan, dat de golven der zee zwijgen" (vs 29). Niet de electriciteit, maar ,,de God der eere zelf dondert. Hij zelf is op de groote willens.

golven der zee

:

De Heere

wateren.

de cederen, en houwt er vlammen vuurs uit. de donder en de Heere doet door dien donder

zelf breekt

Een stem des Heeren

is

de hinden jongen werpen". Ja de Heere zit als Koning in eeuwigheid ook over den watervloed (Ps. XXIX). „God", zegt Elihu, „dondert met zijn stem zeer wonderlijk en Hij doet groote dingen. Hij zegt tot de sneeuw:

Wees op

de aarde! en

tot

den piasregen des regens, en dan

is

er pias-

God de vorst, zoodat de breede vermoeit Hij de dikke wolken door klaarheid. zijns lichts. Die wendt zich door ommegangen naar

regen op de aarde. Door zijn geblaas geeft

wateren

worden. Hij verstrooit de wolk

zijn

stijf

Ook

wijzen raad, dat ze doen

al

wat

ze gebiedt, op het vlakke der

Hij

wereld, op de aarde, hetzij dat Hij die tot een roede of tot weldadigheid

XXXVII

„De bliksemen worden door Hem we" (Job XXXVIII 35). En Hij, de Heere, is het, „die de raaf haren kost geeft, als haar jongen tot God schreien" (Job XXXIX 3). Dat zon en maan heur vasten loop vervolgen is, omdat God een verbond aan haar gesteld heeft (Jeremia XXXI 35). Zoo blijft alles, o, Heere, roept de Psalmist, naar uwe verordeningen staan,

beschikt heeft" (Job

11 v.v.).

:

uitgelaten, dat ze zeggen: Zie hier zijn

:

:

:

want

zij alle zijn

En van

al

knechten (Ps.

deze bestendigheid nu

getrouwheid, wilt ge,

uw

o.

„dat er

God, bij

is

CXIX ligt

van geslachte

:

91).

de grond alleen hierin,

tot geslachte"

den Heere geen verandering

is

,,dat

uwe

Ps CXIX 90), of noch schaduwe van :

omkeering."

Zoo en zoo

dan ook, dat de Heere na den zonddat „zomer en winter" voortaan niet zullen

alleen verstaat ge het

vloed het als een belofte

ophouden. En ons resultaat

is

en vaste wet heerscht

stelt,

derhalve, dat er zeer zeker vast bestand, vaste orde in

deze vaste orde op zich

Neen, deze orde was,

in de wereld van het denken en in gansch de schepping Gods, maar niet alsof

de natuur,

de zedelijke wereld, kortom

in

zelf bestond. is

en zal steeds niets zijn dan uiting van

wil en welbehagen. Die orde

is

vast

omdat Gods

Gods

wil van oogenblik tot

door Gods alomtegenwoordige kracht, dat deze vaste orde van oogenblik tot oogenblik, zoo

oogenblik vast en gelijk

morgen

als heden, werkt.

blijft.

En

het

is

alleen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen