De verflauwing der grenzen - pagina 59
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit op 20 october 1892
Directeuren, inzonderheid tot den heer Seret, wiens liefde voor
ons volk en voor onze heilige beginselen reeds van zoo lange jaren dagteekent, en die door
zijn
ons opnieuw een bewijs geeft van
optreden ook
gij,
eigen kring,
toewijding.
Hooggeachte heeren
nog beter dan onze heeren Directeuren de pijngewaarwording hebben verstaan, waarmede ik zooeven in
Curatoren, lijke
warme
zijn
Zelven mannen van wetenschap, zult
in
allicht
korte trekken het resultaat van twaalfjarigen arbeid schetste. Half
werk leveren
Wie
lijk.
in
nu eenmaal op wetenschappelijk terrein ondoendeze wateren visschen wil, moet wat de kenners is
daarom verstaan wij het dan ook, dat gij liever het getal onzer katheders nog niet uitbreidt, zoolang de bodem daarvoor nog niet geëffend is, en liever met noemen,
diep liggen.
God
ons onzen
geesten schept,
Juist
aanroept
ook
in
van vast geloof en diepen
voor het
thans
scheen, moge hem evenzeer zich
den gebede, of
eerst
zin
openbare
in
daarom een
ik
uw
Van de ik zelf
het
zitting in
hartelijk
door heeren
sympathiek College geplaatst
door mate won.
de
uw midden
ver-
welkom toeroepen, en
de verzekering bieden, dat de Senaat
als u allen
gelukkig gevoelt
dat
Hij, die alleen
gekomen zijn, met mannen verrijke. Den heer Heemskerk, die
ons, als zijn tijd zal
te zijn; een
aanvulling
laatste
Directeuren
zoo
sympathiek karakter
stellig
in
had ongetwijfeld de
drie Faculteiten
onder
niet
faculteit,
geringe
waartoe
behoor, het minst te klagen, ^_wijl op ons erf nog verreweg
meeste was voorbereid
kweekelingen dat
onze
en ook lag
in
het groot aantal
lessen bezocht, voor die lessen zelve
een niet geringe bezieling. hierbij te
;
Zij
het mij vergund, met dank aan
voegen, dat de volkomen eenstemmigheid van
waarin ik mij steeds met en Geesink,
den arbeid
inzicht,
mijne naaste ambtgenooten, Rutgers verheugen mocht, ook mij persoonlijk
u,
in die faculteit
steeds
God
zeer heeft verlicht.
De
Juridische faculteit
had veel zwaarder taak, door de schuld onzer vroegere Calhoe zuiver ze ook veelal in de practijk liepen, toch voor de wetenschappelijke fundeering van hunne studiën maar al te veel aan u, mijne geachte ambtgenooten, te doen overlieten. Ook drukt uw faculteit nog steeds een onrecht
vinistische juristen, die,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's