GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 484

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 484

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

486

XXXIVa. hoofdstuk

ZOND.

menstel zóó terdaad

het terrein van het godsdienstig zedelijk leven bestrijken^

Gods ten opzichte van den mensch uitputten.

we waar we wezen moeten. Er moeten geen

toch eerst zijn

bijkomen

moet

er

;

van af kunnen

niets

rustpunt, zoo ons blijkt, dat in deze

houdingen en anderzijds

Wagen we

alle

van de geboden

\

de formule:

nu

Dit

zin

maar

in

„Eer

en

deze

twee geboden

en 3 als

in de eerste plaats

vorm en aanleg

verschillen^

van de geboden

die volgen.

6,

9 en 10 beginnen

8,

7,

en niet beginnen met een

zijn,

en

(het 4e

en

5e)

„Gedenk den Sabbat hdag"'

iets öfe&iede».

uwe moeder."

Nij zult nief

:

Dit wettigt dus het

vermoeden, dat

een eenigszins afzonderlijke positie in

Wet innemen.

de

In de tweede plaats springt het in het oog. dat het 10e gebod,

ook toch dit

-

om de bij

Overheid in Israël van het

alle

overigen geboden straffen kon,

gebod ondenkbaar. Het gebod

10e

God de Heere, en Heere Jezus, toen

in

in Matth.

de geboden op noemde, juist

bod bezigde, toen

hij

heeft aireede overspel

Laten

we nu

en de anderen

dit 10e

:

18,

na:

zei

:

was

is.

Hier

waarover alleen

komt

„Gij zult niet

bij,

als sleutel

„Wie een vrouw aanziet om haar

dat de

dooden" ons

gebod wegliet. En eindelijk

met haar gedaan

mag ook

op het Te gete begeeren,

in zijn hart."

deze drie (het 4e, het 5e en het 10e) geboden te dier oor-

uit vier

verhouding

tot

we twee reeksen

over, de eerste uit drie

geboden bestaande, die duidelijk en helder naar

hun inhoud onderscheiden op onze

XIX

Heere Jezus dat 10e gebod

zake een oogenblik, dan houden

*'

het

Gij zult niet hegeeren be-

:

innerlijk leven,

ons de consciëntie, rechter

hij,

niet vergeten, dat de ^

zij

andere reden, eveneens een afzonderlijk karakter draagt. Terwijl

weegt zich geheel op het terrein van het

"^

met

zijn dus alle acht rechtstreeksche verboden.

positief zijn

vader en

in

zijn.

het geval met het 4e en 5e gebod, die niet in

verbiedend

hun vorm

uw

niet

2

1,

Het

zult niet.

intusschen

is

eigenlijken

des Heeren eenerzijds alle ver-

mogelijkheden onzerzijds gerubriceerd

die voorafgaan, als

Alle overige geboden, zoowel 6rij

;

nu eene poging, dan trekt het

hiertoe

geboden,

en dan vindt ons denken een

Wet

< onze aandacht, dat het 4e en 5e gebod zoowel

hoe deze Tien geboden met-

te ontleden, dat duidelijk blijke,

geheel

wilt ge, geheel den wille

of,

Dan

V.

zijn

;

en dat wel doordien de eerste reeks ziet

God en de tweede reeks op onze verhouding

onzen naaste. Eenerzijds heet het dan heb, geen beelden dienen, en

:

„Gij zult

Gods naam

niet

tot

geen andere goden heb-

schenden;" en anderzijds:

„Gij zult niet dooden, niet echtbreken, niet stelen en geen valsche getui-

genis geven."

Hiermee

rijst

de vraag, of er tusschen deze drie en deze vier geboden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 484

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's