De verflauwing der grenzen - pagina 9
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit op 20 october 1892
Antichrist,
dieser
haar
doel,
iniiss
cinsf
Besieger Gottes", die aan de aarde
Alzoo
komineii' 9).
levenden
in
dieser
aan de menschheid haar hope over
lijve,
de komst van
dit
maar ingeroepen,
God
en
zal
een persoonlijke Antichrist, zijn
Messias triomfeerend
;
en
menschelijk monster wordt niet afgebeden, ja,
uit
de
verte
met handgeklap
dageraad van den eeuwigen morgen begroet. zettend, zulk een
teruggeven, „er
rauwen kreet
uit
Is
de
als
het niet ont-
de diepte op te vangen
als
op wat de Schrift ons van den Antichrist profeteert? in één opzicht hapert de parallel. Wat theïstisch bij den apostel geopenbaard is, doemt voor ^ie.\.zsQ\\& pantheïsiisck Naar de Schrift zal de Antiop, in den weg der Evolutie. christ een vicnsch^ „de mensch der zonde", een geweldig dwingeland op aarde zijn maar voor Nietzsche wordt deze Antichrist „ein f/^(5<?rmensch", geëvolveerd uit den gewonen mensch, die zelf weer uit een Z7«/(?rmensch ontkiemd is 10). echo
Slechts
;
Zijn
verschijning
God
strijdt.
zal
vrucht
zijn
van wat sinds eeuwen tegen
Immers wat men tot dusver „de boozen" noemde dan de „Cyclopische Architecten der Humanitat" 11). God alleen, en zijn Christus, stond dusver aan de evolutie van
zijn niets
hooger wezensoort in den weg. Maar nu heeft dit uit. „Nun aber starb dieser Gott. Ihr, höhere Menschen, dieser Gott war ihr gröszte Gefahr. Seid er aber im Grabe liegt, — nun erst kommt der grosze Mittag, nun erst wird der höhere Mensch Herr" 1 2). dit
.
.
.
M. H. in een tragisch-profetisch oogenblik ontgleden eens aan de pen van Nietzsche deze woorden: „Aber denke über dich selbst nach, Zarathustra. Du selber, wahrlich, auch du könntest wohl an Ueberfluss von Weisheit ein Esel werden"
1
3).
En nu sinds drie lange jaren is Nietzsche waanzmnig geworden, ongeneeslijk waanzinnig, en kwijnt hij geestelijk en .
.
.
lichamelijk hier ik
weg
in
een staat beneden
een oordeel Gods
wel doen
mag
is,
in ligt?
het menschelijke.
Ik beslis het niet;
Of
maar wat
u op Nietzsche's verschijning wijzen, als
op de noodzakelijke consequentie van den pantheïstischen storm, die den levensstroom onzer eeuw voortstuwt. Wie eenmaal goed en kwaad, door Evolutie, genetisch saamverbindt; alleen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's