In de schaduwe des doods - pagina 186
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
;
178 die twee worstelen dan in haar benepen hart tegen elkaar in. eens wil ze voor haar God in de schuld vallen, dan weer neigt het hart om tot een morren tegen God over te slaan. En juist de zonde van vroeger maakt dat de harmonie, dat de vrede, dat de eeuwige Sabbat in haar wilde smart niet kan indalen.
En
Nu
heel anders is het, als een weduwe, ook eer ze weduwe haar God hoog, haar God boven alles gesteld, en Hem, haar Vader in de hemelen, de eerste, de beste, en heiligste liefde van haar vrouwelijk hart heeft gewijd. Dan was het altoos in haar schatting God de eerste, en daarna mijn man, als mij door God geschonken. Dan bleef het eiken avond en eiken morgen Gode dank weten, wat ze aan rijk bezit voor haar hart in haar man ontvangen had. En ook, dan was het, jaar in jaar altoos weer saam met dien man neerknielen, om hun God, in uit, wien beider ziel haar heiligste vereenigingspunt vond, het met lof en liefde gemengde offer op te dragen. En natuurlijk, overkomt haar dan de bangste nood haars levens, dat God, die haar dien man gaf, dien man weer van haar zijde wegneemt, dan is dat gemis wel om niet uit te spreken, en die overgang wel ontzettend, en die leegte om haar hart wel bitter schreiend maar toch dan kan haar hart geen oogenblik verstijven en bevriezen, want dan behield het nog aldoor den gloed van haar eerste en zijn heiligste liefde d. i. van de liefde voor haar God en haar Heere. Een kind, dat in een bang oogenblik zijns levens zijn vader nog zich heeft, staat er toch heel anders aan toe, dan een kind, dat bij dienzelfden nood geheel verlaten doorworstelen moet. En juist zoo nu is ook hier de tegenstelling, Een weduwe, die al de jaren van haar huwelijksgeluk aan God de eerste plaats in haar hart bleef geven, is, als de slag valt, wel een kind, dat in bangen nood wordt geworpen, maar een kind dat in
Maar
werd,
:
dien kan,
nood zijn Vader nog bij zich en in den gloed dier hoogste
heeft,
op
zijn
God
zich
werpen
liefde vanzelf vertroosting vindt
de smart, die door de afsnijding van haar tweede liefde over het verslagen hart kwam.
bij
Ge merkt dat dan ook wel, als ge zulk een weduwe in de eerste dagen en weken van haar rouwe gadeslaat. Terwijl toch die andere, die aan haar man had gegeven wat Gode alleen toekwam, verwilderd en hartstochtelijk roept en klaagt, merkt ge het aan zulk een weduwe, die God vreesde en haar God liefhad, zoo onmiddellijk: Neen, die vrouw is niet verlaten, ze is niet alleen;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's