In de schaduwe des doods - pagina 146
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
138 Die
daa zwellen en bersten en een kiem den halm opzuigen. Tot in de air dringt het vocht op. En als straks het gedijde en gezegend brood insluipt in ons bloed, om onze levenskracht te sterken, is er altoos nog een druppel van dat vocht in, dat God in sneeuw en regen uitzond, om brood aan den eter te geven en zaad aan den zaaier. ontmoet.
korrel
Het
uitschieten.
doet
ze
laat zich in
Eén ding
vooral wil Gods heilig Woord, dat ge daarbij steeds oogen zult houden. Het wil, dat ge bedenken zult, hoe het zoo toegaat met alle ding dat om u is, maar dat het zoo ook toegaat met
voor
uzelven.
Zooals die halmen op het veld opschoten en groeiden, en straks van dat veld worden weggemaaid, zoo bloeien en rijpen ook de kinderen der menschen op den akker van ons menschelijk leven; maar komt ook voor hen de ure der voleinding, dat de sikkel in de halmen daalt, en hun plek die ze op het veld hielden niet meer gekend wordt. En ook hier weer dezelfde tegenstelling. Eerst weken-, maanden-,
jarenlang dat en voortgelen
stille,
gestadige,
schijnbaar
altoosdureude
voortrijpen
den akker; en dan plotseling die keer in den toestand, dat inslaan van den sikkel in de halmen. En dan is het uit en buigt ook hun hoofd zich neder, tot straks hun plaatse ledig
op
is.
Een
een plotselinge overgang, die, hoe dikwijls ook toch altoos zoo verrassen blijft, dat bijna niemand er op verdacht is, als de sikkel ook tot hem komt. Het scheen zoo zoetelijk voort te varen. Zoo ongemerkt scheen zich een nieuw eind weegs aan elk afgelegd eind van den weg vast te knoopen. De voortgang was zoo geleidelijk, zoo gestadig, zoo duurzaam. Na eiken avond altoos tegenstelling,
gezien,
weer
ons
morgen
na eiken winter altoos weer een lente met haar ontloken en haar vogelen, die in de takken hun lied voor God zongen. Ach, waarom zou er dan een einde aan komen? Waarom zou er geen eindelooze voortgang zijn? En toch, dat einde komt, omdat God leeft en over u gebiedt en over u beschikt, en omdat Hij u dit stille groeien en gedijen schonk, niet om dat groeien noch om dat gedijen, maar opdat er een oogst voor Hem zou zijn. Want zooals de landman het oogenblik beidt, waarop dat groeien uit zal hebben, en zijn woord tot zijn dienstknechten: „Zend den sikkel uit en maai" uit kan gaan, zoo toeft en beidt ook God de Heere bij elk van zijn menschenkinderen, steeds uitziende naar dat bestemde oogenblik, naar die beschikte ure, waarop het rijpen uit zal hebben, en de vrucht van al zijn zorge, die Hij aan u besteedde, kan ingedragen in zijn Koninkrijk. een
bloemen
die
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
![In de schaduwe des doods - pagina 146](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/in-de-schaduwe-des-doods/1893/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's