De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 106

92

LTIERRf.OTïLS.

—

Want benevens de

ervaring van alle tijden betni^'t is: Bij maakt Jakoh zijne woorden hekend, Israël zijne inzettingen en zijne rechten. Alzoo heeft Bij aan geen volk gedaan; en zijne rechten ^ die kennen zij niet (Ps. 447 19, 20). God heeft in de verledene tijden alle de heidenen laten wandelen in hunne wegen (Hand. 14 16); en: Zij (te weten Paulus en de zijnen) werden van den Heiligen Geest verhinderd het woord in Azië te spreken, en, aan Mysiê gekomen zijnde, poogden zij naar Bithyniè te reizen, en de Geest liet het hun niet toe (Hand. 16 6, 7). Die leeren: »dat in de ware bekeering des raenschen geene VI. nieuwe hoedanigheden, krachten of gaven in den wil door God kunnen ingestort worden en dat overzulks het geloove, waardoor wij eerst bekeerd worden, en waarvan wij geloovigen genoemd worden niet is eene hoedanigheid of gave, van God ingestort, maar alleen eene daad des menschen en dat het niet anders kan gezegd worden eene gave te zijn, dan ten aanzien van de macht om tot hetzelve te komen." Want daarmede wederspreken zij de Heilige Schriftuur, die getuigt, dat God nieuwe hoedanigheden des geloofs, der gehoorzaamheid en ifc zal mijne van het gevoel zijner liefde in onze harten uitstort Wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven (Jer. 31 33); en: Jk zal water gieten op de dorstigen , en stroomen op het droge: Ik zal m,ijnen Geest op uio zaad gieten (Jes. 44 3); en: De liefde Gods is in onze harten uitgestort door den Zulks strijdt ook Heiligen Geest, die ons gegeven is (Rom. 5 5). tegen het gedurig gebruik der Kerke Gods, dewelke bij den Profeet aldus bidt: Bekeer mij, zoo zal ik bekeerd zijn (Jer. 31 18). Vn. Die leeren: »dat de genade, waardoor wij tot God bekeerd worden, niet anders is dan eene zachte aanrading, of (geüjk anderen dit verklaren) dat dit de alleredelste manier van werking is en die best overeenkomt met de in de bekeering des menschen natuur des menschen, welke door aanrading geschiedt, en dat er niets is, waarom deze aanradende genade alleen niet zou genoegzaam zijn om den natuurlijken mensch geestelijk te maken, ja, dat God niet anders de toestemming van den wil voortbrengt dan door deze wijze van aanrading, en dat de kracht der Goddelijke weiking, waardoor zij de werkinge des satans te boven gaat, hierin bestaat, dat God eeuwige, maar de satan tijdelijke goederen betoedient."

ook

de

Schriftuur,

dat

zulks onwaarachtig

:

:

:

,

,

—

,

:

:

:

:

:

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen