Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 175

Afd.

Hiermee

Hfst.

2.

III.

JOHANN HEINRICH ALSTEDT.

§ 70.

echter over Alstedt niet genoeg gezegd, en de ver-

is

op hem

denking

mag

zooveel

meer eenvoudig verwaarloosd had. Dit toch

anders

niet

blijven rusten

Praecognitorum TJieologicorum de praefatio van in

werk

dit

,

iam olim scripta

modo

an

scribunt

istae scriptiones et (p.

senda

„

felicius et facilius

titel

kozen gold

want

die dusver

Praecognita Theologiae

dan

hoe elke

yivuGKÓfjcevx" (ibidem),

doen uitkomen

te

feitelijk

discentis

mogen worden is

ad capes-

en die deswege van

dan ook

dat het hier een

,

bevestigenden

in

disciplina zekere

afgescheiden.

opzettelijk ge-

Theologisch vak

bieden zijn Praecognita geheel denzelfden inhoud

,

de Rationes studii enz. voorkwam. Hij deelt deze

in

twee boeken

in

natura

rede formando zetting

die hij

te wijzen,

van „Praecognita Theologica"

om

,

;

Sed liberorum hominum

.

.

materiae pertineant ad (ru[/,7rX>ipcc[tx

qua praeparent animum

rx

de Theologi-

summis Theologis

Plaeclaram sumunt operam, .

het corpus van zulk eene disciplina niet

De

niet tot

Reeds

er de vraag

ratione studii Theologici, de

Eene vraag,

3).

beantwoordt, door er op

praecognita onderstelt,

,

De

:

dan

4

.

de formando Theologico studio.

scribi

eet...

,

publicum

in

ista

Theologici"

corporis

dum

Theologiam

discendi

est inquirere,

zin

adhuc

librorum inscriptiones

haec

qui

et

al

„ videas a

voert:

titel

daarom merkwaardig omdat

is

besproken wordt, of de encyclopaedie

illae

blijkt geheel

libri duo. Francf. 1614, in

sche vakken behoort. „Multa," zegt hij

Hinc

Exegese en

alsof hij de

,

derde Encyclopaedisch werk, dat ten

zijn

uit

16/

(p.

(p.

1

1

— 688).

waarvan het eerste handelt de

in,

— 165),

en het tweede de Theo logiae studio

Boek één

geeft

dan een breede

uiteen-

van de destijds gangbare beschouwing over het wezen der

Theologie

,

en put zich met

name

uit in

de vaststelling van hetgeen

waarin de Theologia naturalis en supranaturalis overeenstemmen

en verschillen

(p.

dan een gewone studiorum dit

er

99

zeer

tweede deel

—

ratio

ligt

begint en eerst op

112).

Boek twee daarentegen

studiorum

in zijn

heel het boek inneemt.

blz.

1

— 80

meer

Isagoge

;

en de ware beteekenis van

ad S. Scripturam

,

die

op

blz.

660 ten einde loopt, en dus zoo goed

Wat

daarop

en academische studie volgt,

op

geeft veel

betrekkelijk zelfs wordt de ratio

afgedaan

kort in

blz.

;

voorafgaat,

is

in

80 als

20 bladzijden over homiletiek

geheel waardeloos, en in hetgeen

trekt alleen zijne uiteenzetting van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen