Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 247

,,

Afd

Hfst.

2.

§ 83. CLARISSE.

III.

239 ex

institutione existit Theologia naturalis (Rationalis),

ex Rationis

Revelationis oritur Theologia Biblica eligitur"

tarnen posterius

,

dicenda

.

.

Plerumque

.

Deze gemengde Theologie is rationalistisch genomen,

401).

(p.

stricte

hem dan de dogmatiek doch ook deze weer ,

zij

het ook op wankelenden voet. Hij zegt toch: „in altera parte,

quae ex Libris Sacris eruenda nenda,

idoneis argumentis confirmanda, rectae etiam

explicanda,

Rationis consensu

commode

ubi

,

concinno ordine dispo-

est, apte et

dicuntur mysteriis per

(id)

ticae,

suas esse tribuendas partes, dubio caret"

Theologia popularis

waarvan

,

gemengde

ditzelfde

hij

nog weer de

karakter.

tenus popularis theologia, quod non

verum etiam ex

communi anders,

Ratione

recta

patentibus, sapit" of

uiteenzetting

,,

Differt

van

quae .

.

.

ex

425). In dit

(p.

Ook de

Biblica onderscheidt

enim a Biblica hac-

tantummodo ex

certe

,

400).

(p.

Sacris Litteris

eius principiis, sensui

verband kon het

Dogmatiek moest ondergaan

zijn

,

Philosophae dialecticae, anthropologicae, prac-

omnibus

draagt

in fidei

ipsam eorum naturam minus commode fit)

in his

igitur

(nam

potest

fieri

niet

een subjectieve

in

zijn eigen geloofsovertuiging, die in

hoofdzaak op

rede-argumenten steunde, met subsumtie van de gegevens der H.

De

Schrift.

Ethiek

Theologia practica lijk blijven

die hij naar

,

(p.

5

1

oud-Gereformeerden trant nog

3) inleidt

,

kan diensvolgens

van de Dogmatiek, maar treedt

schap op. Toch klinkt ook

Gereformeerde toon nog

na.

te

niet

afhanke-

als zelfstandige

dezen opzichte

bij

Deze practica toch

,

als

weten-

Clarisse de oud-

„de

iis

exponens

quae homini Christiano, ex divina voluntate, Euangelio revelata, agenda et praestanda incumbunt; etsi cum theoretica sive de iis, quae cognoscenda sunt nullo

modo ab

omnino

divelli

et fide

ea

queat;

in si

amplectanda, tam intime coniungitur, ut institutione,

populari,

sive

tarnen seorsim

,

quantum

sive subtiliori

eius fieri potest,

considerata, erudite et ad scholae severitatem tractatur, existit

Theologicae systematicae pars quae Theologia moralis dicetur" 513).

spraak

Wat ,

fraai klinkt,

dat de

maar om

en

zelfs

nog versterkt wordt door de

fons huius Theologiae in het Evangelie

straks

ook aan deze fons de Ratio

fons" toe te voegen

(p.

als

(p.

uit-

te vinden,

„secundarius

515) en de Theologia moralis

losophische Ethiek ineen te laten vloeien.

is

illa

met de phi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen