Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 243

,

Afd.

ope subsidiorum"

Hfst.

2.

Het

(p. 3).

feit

§

dat

hij zijn

Immers van de 800 bladzijden worden paedia generalis gewijd

Encyclopaedie

in

een pars

om

niet

,

het wezen der Encyclopaedie

dan ook Clarisse

te geven. In

zooverre

evenals Mursinna en Gaussen verre beneden

,

Voetius en Alstedt, die

op

metterdaad

Theologiae

uit-

maar om eenige banale

,

algemeenheden over het studeeren ten beste

Iunius,

aan de Encyclo-

slechts 16

ook de natura Theologiae

te zetten of

staat

235

en een pars specialis indeelt, misleide daarom niemand.

generalis

een

CLARISSE.

83.

III.

het

bij

de bespreking van de natura

wezen

organisch

Theologie

der

ingingen.

Hiervan echter vindt ge kracht schuilt

in

Clarisse zelfs geen spoor, en al zijn

bij

de pars specialis, die achtereenvolgens de onder-

scheidene Theologische vakken doorloopt

een kleine historia

met tamelijk volledige opgave van de

litteraria,

Van de 800

litteratuur biedt.

en voor elk dier vakken

,

bladzijden zijn bijna 600 aan de

litte-

ratuur der vakken gewijd en slechts 200 aan het eigenlijke lichaam

Encyclopaedie.

der bijna dit

met

evenwijdig

verschil

dat

,

De

indeeling der vakken, die hij biedt, loopt

van Mursinna;

die

hoofdzaak alleen met

in

onder de Theologische vakken de historicae

hij

Maar overigens vinden

disciplinae als afzonderlijke groep binnenleidt.

we ook deelen

:

hier eerst een Sectio

philologia

,

historia

I

over de propaedeutica, die

et

philosophia

encyclopaedie

voor de Letterkundige

verdient

dat

en

dat

het, bij

bij

een

,

bijna

faculteit levert.

in drie

volledige

Opmerking

de Philologie de linguae vivae vooropgaan,

de Historia ook een historia artium ter sprake komt.

Maar het gewichtigst

deze Sectio

in

is

I

uiteraard zijn deel III de

Philosophia. Scherpe lijnen trekt Clarisse hier evenmin als Mursinna

maar toch komt genoeg

uit,

hoe ook

hij

altoos onder kerkelijk-geloovigen vorm.

in zijn

Zoo acht

„coèrcendam esse istorum hominum arrogantiam prae Philosophiae studio

omittunt"

(p.

140);

et

certe

animantur,

efficacitate

et

maar ook

donantur;

vel

dan eenerzijds:

temeritatem, qui,

anderzijds: illi

,,

neminem

esse paulo

Disciplinae statuere dubitet,

comprehendi quodammodo videntur, vel

tanquam illi

hij

is,

amore, Divinae Patefactionis reverentiam

humaniorem, qui ingens pretium qua reliquae omnes,

et

hart rationalist

inquam

atque

eximia ad vitae usum

scientiae,

quae Jmmanae Rationis,

vita

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen