De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 101
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
IIOOFDST. III
Dat
EN
VAN DE VERDORVENUEIÜ EN UE BKKF.EIIINGE. 87
IV.
door de bediening des Evangelies geroepen niet bekeerd worden, daarvan is de schuld noch in Christus door het Evangelie aangeniet in het Evangelie boden zijnde, noch in God, die door het Evangelie roept en zelfs o k dien Hij roept veischeidene gaven mededeelt, maar in degenen, de geropjjcn worden, van dewelken sommigen zorgeloos zijnde, het Woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het- binnenste huns harten, en daarom is het, dat zij, na etne verdwijnende blijdschap, van het tijdelijk geloof wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld en brengen geene vruchten voort: hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad (Matth. 13). X. Maar dat anderen door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mensche niet toeschrijven alsof hij zichzelven door zijnen vrijen wil zou onderdie met even groote of genoegzame genade scheiden van anderen tot het geloof en de bekeering voorzien zijn (hetwelk de hoovaardige ketterij van Pelagius stelt) , maar men moet het Gode toeschrijven die gelijk Hij de zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Chribtus, alzoo ook hen in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekeering begaaft, en, uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het rijk zijns Zoons oveibrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, die hen uit de duisternis tot zijn wonderlijk liclit heeft geroepen, en opdat zij niet in zich zelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de Apostolische schriften doorgaans gftuigen. XI. Voorts wanneer God dit zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekeeiing in hen werkt, zoo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden veistaan en ondeischeiden die dingen die des Geestes Gods zijn: maar Hij dringt ook in tot de binnenste deelen des menschen met de krachtige werking deszelven wederbarenden Geestes; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij be« snijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden, en maakt dat dezelfde wil, die dood was, levendig wordt: die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederIX.
zijnde,
er
niet
velen,
komen en ,
,
,
,
,
,
,
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's