De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 31

AllT.

XXVI, VAN DE VOORBIÜUINGE CHlllSïl.

17

rechtvaardige, dewelke hierom mensch geworden is, vereenigende te zanuen de GoddeUjke en nienschelijke natuur, opdat wij, rnenschen, eenen toegang zouden hebben tot de Goddelijke Majesteit, anderszins ware ons de toegang gesloten. Maar deze Middelaar, dien de Vader ons heeft gegeven tusschen Hem en ons, moet ons door zijne niet verschrikken, om ons een ander, naar ors goeddunken, te doen zoeken. Want daar is niemand, noch in den hedie ons liever heeft nocli op de aarde onder de schepselen mel dan Jezus Christus, dewelke, hoewel Hij i>i de geslaltenisse Gods was, nochtans zich zdvcn vernietigd heeft, aannemende de gestaltcnisse eens

grootheid

,

,

rnenschen en eens knechts voor ons, en i's i7i alles zijnen broederen geworden. Indien wij nu eenen anderen Middelaai' zoeken moesdie ons goedgunstig ware: wien zouden wij kunnen vinden, die ten ons meer beminde dan Hij, die zijn leven voor ons gelaten heeft, ook toen wij zijne vijanden waren? En zoo wij eenen zoeken, die macht en aanzien heeft, wie is er, die des zooveel heeft als degene, die gezeten is ter rechterhand zijns Vaders, en die cdle macht heeft den hemel en op de aarde? En wie zal eer verhoord woiden dan de eigen welbeminde Zone Gods? Zoo is dan alleen door een mistrouwen dit gebruik ingevoerd, dat men de heiligen onteert, in plaats van die te eeron doende 'tgene zij nooit gedaan, noch begeerd hebben, maar hebben het volstandiglijk en volgons hunnen schuldigen plicht verworpen, als blijkt uit hunne schriften. En hier moet men niet voorbrengen, dat wij 't niet waardig zijn; want het heeft hier de meening niet, dat wij onze gebeden op onze waardigheid zouden voordragen, maar alleen op de uitnemendheid en waardigheid onzes Hoeren Jezns Christus, wiens rechtvaardigheid de onze is door het goloove. Daarom de Apostel, willende deze zotte vreeze, zegt ons dut Jezus of veel meer dat mistrouwen van ons nemen Christus zijnen broederen in alles gelijk moest xoordcn opdat Hij een barmhartige en een getrouwe Hoogepriestcr zoude zijn, om de zonden des volks te verzoenen; xücint in 'tgene Hij zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij degenen, die verzocht vjorden te hidpe komen. En daarna, om ons nog meer moed te geven om Dewijl loij dan eenen grooten JIoozegt hij tot Hem te gaan gcpriester hdéen, die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, den Zone Gods, zoo laat ons deze belijdcnisss vasthouden. Want wij hebben geenen Hoogepriestcr, die niet kan medelijden

gelijk ,

m

,

,

,

,

,

,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen