Vrouwen uit de Heilige Schrift - pagina 4
aarde gezien werd. God zag haar, en, omdat Hij ze zag, schiep Hij haar, en van die Goddelijke schepping was Eva het product. Eva die nooit kind, nooit dochter, nooit meisje is geweest, maar opeens in de volkomenheid der vrouw Adam tegenblonk in het Paradijs. Dus niet een half wilde vrouw, op wie onze beschaafder vrouw als op. een kind der wildernis kon terugzien, maar een voltooide vrouw, in wie dit voltooide geen vrucht van opvoeding of inspanning, maar product van Goddelijke schepping was. Klagen mag dus de vrouw nooit omdat ze vrouw en geen man is, want ook hare schepping is vrucht van een Goddelijk werk, en zijn Goddelijke gedachte spreekt in haar vrouwelijke existentie. Adam is haar voor, Adam is haar wortel, Adam is haar hoofd, maar Adam kan niet buiten haar. Adam is de hulpbehoevende, en zij is de hulpe die hij behoeft. God schiep haar als een hulpe tegenover hem maar als een hulpe die op Adam moest leunen. ;
Dat weet Satan, en daarom doorziet te krijgen is
maar
dan door Eva, en dat Eva
natuurlijke zwakheid, als Paradijs omwandelt.
hij
terstond, dat
Adam
niet
haar beminnelijke gratie, de eerst en meest verleidbare in het in
„Niet Adam is verleid geworden, maar de vrouw, verleid zijnde, in overtreding geweest," zegt de Apostel Paulus. Omdat zij de menschelijke gratie vertegenwoordigt, boeit haar sterker dan den man het schoon der natuur. Voor indrukken van het zinlijke en aantrekkelijke bezit ze diepere ontvankelijkheid. Ze is niet onheiliger, noch boozer van inborst. Eer integendeel. Haar zonde is de minder diepe, en dies is het niet haar zonde, maar Adams zonde, die een wereld in het verderf stortte. Maar haar verleidbaarheid is grooter, omdat ze meer dan de man kind der natuur en minder dan de man van nature op tveerstandhieden is aanis, gelegd. Ze zondigt dan ook niet alleen, maar lokt Adam in haar zonde meê, en eerst toen Adam, instee van haar van Satan af te trekken zich door haar naar Satan toe liet lokken, wierd haar zonde waarachtige zonde in de zonde, waarmee ze Adam zondigen deed. Eva's vreugde is dan ook naamloos kort geweest. Bij haar eersten stap glijdt ze uit. Adam ondervangt haar niet, maar laat zich meeslepen. En nu moet die eens zoo wonderschoone vrouw, die alleen onder alle vrouwen god delijk-schoon is geweest, uit dat prachtige Paradijs de wereld met haar doornen en distelen in. De angst voor en de smart van het baren ontreddert haar weis
En weg is haar van God ontvangen zelfstandigheid. Ze komt onder heerschappij. zen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 264 Pagina's