Briefwisseling tusschen A. Kuyper en Charles Boissevain - pagina 27

,,

.

23 Dit kon en moest u ten bewijze zijn, dat er van een handelen in blinden kerkelijken hartstocht geen sprake was maar dat, zelfs in het meest booze geval nitslaitend averec]ifi<che jiiridixclie

Hadt

nu,

gij

opvaffiitg in het spel

kon

zijn.

ook <ddus aan uwe hadhetclass. bestuur

als eerlijk pul)licist dit

en gezegd: „M. i. optreden in de Nieuwe Kerk in Jan. 18(86 gelijk; maar toegegeven moet worden, dat de tegenovergestelde opvatting door een reeks kundige rechtsgeleerden verdedigd is, en dat derhalve dr. Kuyper en de zijnen uit ambtelijk plichtsbesef kunnen gehandeld hebben ," dan mijn waarde, bracht ik u mijn eeresaluut. Maar nu gij dit niet deedt, en steeds een voorstelling gaaft, alsof er van een amhfeJifjlc optreden onzerzijds geen sprake kon zijn, ja, alsof we, eenvoudig als contingente personen in een kosterij binnengedrongen waren waar we niets te maken hadden, om daar, schuldiger dan gewone inbrekers, daden van geweld te plegen, nu houd ik u staande niet als moedwillig lasteraar maar als een man van beteekenis, die zoo iets niet }mbliek moogt zeggen, of gij moet er ook voor durven opkomen En nu gij nog verder gaat en deze door en door onware voorstelling zelfs bij de politieke i^fenihiis als wiipen uiishrnïkt om voor uw candidaten stemmen te winnen nu heb ik u als politiek man opgeroepen om man en paard zóó te noemen dat de rechterlijke macht tusschen ons oordeelen kunne iets waarvoor immers niet anders noodig is, dan dat gij ons het feit ten laste legt dat ware het door ons gepleegd den dader aan strafvervolging zou hebben blootgesteld. Die vraag kom ik thans herhalen. De stukken zijn u nu aan de hand gedaan. Zelfs ben ik bereid er u een exemplaar van ten gebruike af te staan. Daarin vindt ge de volledige bekentenis van al wat onzerzijds verricht is. Ge zult het door u onderstelde misdrijf dan op naam van dr. Rutgers moeten zetten. Maar dat doet er niet toe. Ook hij wenscht niets liever, dan dat gij concreet uw l)eschuldiging uitspreekt. En een vonnis, waarlnj hij het onderlezers voorgesteld, bij

zijn

—

,

,

,

,

,

,

,

,

,

spit dolf, trof natuurlijk Blijft gij

dit

,

ook mij

nu weigeren, dan

solidair.

eisch ik subsidiair, dat

voor een eereraad van vijf rechtsgeleerden brengt, twee door u, twee door mij en de vijfde door deze vier te benoemen. Natuurlijk alleen mannen, die tot dusver geen publiek advies in dit geding gaven, noch ook er persoonlijk in gemoeid waren. De vraag hun ter beantwoording voor te leggen, zou dan kort en goed deze zijn gij

met

mij

dit geschil

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen