Van het kerkelijk ambt - pagina 21

Gereformeerde Stemmen. Denkt ge u een toestand buiten de zonde, dan heeft ook niemand eenigen mensch boven zich, en is er niemand boven ons dan God. En als eenmaal de zonde en daarmee de laatste vijand, d. i. de dood zal zijn te gedaan,

niet

zal

Jezus

zelf

alle

het

ophielden

van

God

en

God God

gezalfde is,

nu

deze

bewustzijn

zijn

Koning

heeft voor strijd

dan in zijn Koning Jezus niemand minder dan een God boven zich, en is hij aan niemand dan aan God onderworpen En wijl dit nu het koninklijk kenmerk is, niemand dan God boven zich te hebben, is metterdaad en in der waarheid elk kind van God zelf in den koninklijken stand.

ambt

wil. Zondaren regeert God door Die nog geen zondaren waren of zondaren te zijn, regeert Hij zelf

menschen.

zijn

van

diepst

opgehouden.

van raenschen over menschen vervallen zijn. Een ambt waarmee aan een mensch macht over menschen gegeven is, bestaat alleen om der zonde

Maar nu

ware.

tevens zelf van

het Koninkrijk

weer aan den Vader overgeven, en

ï9

En

hieruit

toch heeft

Feitelijk

nu

hij

ambt

vloeit rechtstreeks het

rechtstreeks.

der geloovigen voort, waarop onze Confessie

Hiermee valt echter het ambt als zoodanig niet weg, want dan juist is het ieders koninklijk ambt om den Heere zijn God te dienen. Wat wegvalt, is alleen dat om der zonde wil ingetreden ambt van hoogheid, waardoor menschen over menschen worden gesteld. Dit is een straf voor de zonde en een middel ter fnuiking der zonde. Valt die eens weg, dan

geslapen

zooveel

weer

het

beroep,

goddelijk

Catechismus als profeet.

met

Hem

zegt,

Hem

in

terug,

lief

en

zal, gelijk

God

hebben

als

koning

heerlijk zijn.

leeft

en toch draagt

in

hij

nog

kluisters. hij

zijn

niet

tevens

God

zelf

stelt

personen, die

hij

zoo ook

stelt

Jezus als

om

Koning

in zijn

over zijn onder-

lijke eere zijn.

in

Koning Jezus

voor een ambt,

danen te heerschen, eenvoudig omdat al zijn onderdanen zijn medegenooten in de Konink-

aarde.

indien

is

zijn

kerk nooit personen aan

Hij

Dit laatste zou nu strijden, en niet kunnen,

zich

eigen huis.

En

nog

nog dagelijks struikelt. En zoo ook dat hij zeli tot koning gemaakt is en toch nog in Jezus een Koning over zich heeft.

God boven

en niet der dienst-

gewone onderdanen aan, te heerschen; maar dit zal hij nooit of nimmer doen over de prinsen van

zijn.

En eerst door den dood gaat hij den zuiveren, onvermengden toestand in. Vandaar komt het, dat hij kind van God en toch aan de burgerlijke overheid onderworpen Dat hij niet meer kan zondigen en toch is.

op

vrije

Een aardsch koning benoemt over om over hen

verkeert in

den hemel en toch wandelt

dringen.

over de kinderen Gods zou oprichten.

gemengden toestand. Hij is heilig en toch ligt hij nog midden in de zonde. Hij vrij

dagen

dat door menschen bediend, een heerschappij

een

is

laatste

het toch waar, dat de onderdanen van

in de kerk geen plaats

er

Trad nu met de wedergeboorte opeens de hemelsche toestand voor Gods kinderen in, dan zou op staanden voet de zonde in hen uit hebben, alle band ook in den burgerstaat voor hen wegvallen, en zelfs van een Koning-

Doch dit is niet zoo. Een kind van God op aarde

nu deze

veler bewustzijn begint

bare zijn; broeders van den Koning genoemd worden en alzoo van prinselij ken bloede zijn; ja, dat ze uit éénen Vader met hun Koning geboren, erfgenamen van God en medeerfgenamen van Christus zijn; en hoewel nog in dezen gemengden staat verkeerende, toch nu reeds door den Zoon waarlijk zijn vrijgemaakt, dan volgt hieruit rechtstreeks, dat

i

onze

schap van Jezus over hen zou geen sprake

tot

hebben; zonen der

kennen priester, en als

en dat, na lange jaren

legt,

hebben,

dezen Koning niemand dan

recht

de eeuwige zaligheid

te

Is

oorspronkelijk ambt, in het

een ieder

te

eenigszins

door

,

alzoo

keert

nadruk

i

' .

Voorzoover optreden,

houding

er

staan tot

dus toch ambten in de kerk deze

in

geheel andere ver-

de onderdanen, dan een burge-

meester of een commissaris des konings.

Deze staan boven de onderdanen nooit

bij

;

iets

wat

de kerkelijke ambtsdragers bestaan

kan.

Immers met het ambt bekleed Koninkrijk al de zijnen.

zijn in

Jezus

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen