GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In Jezus ontslapen - pagina 211

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In Jezus ontslapen - pagina 211

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

199

woordiuo- af, die we over dat leveu voor den rechterstoel van Christus ZiUllen te geven hehben. gaan met ons sterven wel dit leven uit maar de photographie van dat leven gaat met ons van heel ons leven van onze prilste jeugd af, tot aan den dag van ons sterven toe. En juist dit karakter van het graf, dat het voorportaal is van den rechterstoel van Christus teek ent zijn onverbiddelijken ernst in vollen omvang. Zoolang het graf alleen van het sterven spreekt wekt het den weemoed en verteedert het door rouwe maar als voorportaal voor de vierschaar van Christus verontrust het zoo heilig en zoo heilzaam de conscientie en gaat er een sprake Gods van uit, die met zonde breken doet, tot vernieuwde bekeering uitdrijft, en ons zóó onze dagen die God ons nog gunt, tellen doet dat we toch eindelijk het dwaze uit ons hart mochten uitstooten, om een wijs hart, een hart, wijs voor God, te

We

,

,

,

,

,

,

,

bekomen.

En toch is het einde van die „sprake des grafs", geen verschrikking, mits ge maar niet in oppervlakkigheid, ook niet over het zondige in uw lieve dooden, die ge uitdraagt, heenglijdt. Zelfs de allerheiligsten die uit ons midden wegstierven, hadden nog maar een klein beginsel der God welgevallige gehoorzaamheid, en de besten die wegstierven smeekten het roerendst op hun sterfbed om genade. Maar hierdoor juist wordt op het graf uwer dooden God de Heere zoo wonderbaar grootgemaakt in het heilig werk zijner ,

Verzoening. In ons niets, en ook in onze lieve dooden niets, maar in hun hart toen ze stierven en ons hart die bij hun graf weenen een vonkje glorend van de liefde Christi. Yan hem, die voor ons gestorven is, die ook opgewekt is, die ook ter rechterhand Gods zit, die ook voor ons bidt. En dan verschrikt de komende vierschaar niet meer. Want wie is het die in die vierschaar alleen verdoemen zal en kan? Christus is het, die Christus van wiens liefde een vonkje, al is het nog zoo klein, in ons hart gloort. En dan roemen we, voor onze dooden en voor onszelven: Wie zal ons scheiden van de liefde Christi? en het hart triomfeert op onze graven, omdat het verzekerd is, door het geloof zoo vast en inniglijk verzekerd dat noch dood noch leven noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte ons zal kunnen scheiden van die liefde Gods welke ,

,

,

is

in Christus Jezus, onzen Heere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Abraham Kuyper Collection | 292 Pagina's

In Jezus ontslapen - pagina 211

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Abraham Kuyper Collection | 292 Pagina's