Sociale hervormingen - pagina 133
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
123
vrouwen de bevoegdheid zich bij de Bank te verzekeren zonder de tusschenkomst van den vader of voogd of den bijstand van den man. Het geval, dat de verzekering niet in hun belang is, is moeilijk denkbaar. Gaat de kleine ondernemer voor loon van niet meer dan looo giüden per jaar werken en zijn ook de andere vereischten voor het verzekeringsplichtig worden aanwezig, dan gaat de vrijwillige A^erzekering van rechtswege over in een verplichte verzekering. Of de betrokkene uitsluitend loonarbeid verricht dan wel tevens als kleine ondernemer werkzaam blijft, is onverschillig; de vrijwillige verzekering gaat ook in het laatste geval over in een verplichte verzekering. Zou de kleine ondernemer voor loon gaan werken, als hij invalide geworden was, dan zou de vrijwillige verzekering niet overgaan in een verplichte, omdat ingevolge het eerste lid van art. g de werkman, die invalide is en niet uit eigen hoofde ingevolge artikel i de2er wet is verzekerd, niet verzekeringsplichtig is. Verplichte verzekering tegen invaliditeit kan niet aanvangen na het intreden van invaliditeit. Heeft de kleine ondernemer daarentegen den leeftijd van 35 jaar bereikt en dien van 70 jaren nog niet bereikt, als hij voor loon gaat werken, dan gaat de vrijwillige verzekering van rechtswege over in een verplichte verzekering, omdat art. 8 uitsluit: niet hem, die niet uit eigen hoofde ingeiwlg artikel i dezer wet is verzekerd, maar hem, die niet uit eigen hoofde krachtens deze wet is verzekerd. De betrokkene is niet invalide en heeft den ouderdomsleeftijd niet bereikt en er is geen reden hem, die den leeftijd van 35 jaren bereikt heeft, als hij voor loon gaat werken, om zijn leeftijd van den verzekeringsplicht uit te sluiten, als hij reeds (vrijwillig) ver-
zekerd is. De werkgever zal dus voor den kleinen ondernemer, vóór het bereiken van den leeftijd van 70 jaren voor loon gaat werken, de premie moeten betalen, indien de kleine ondernemer zich vrijwillig verzekerd had. Een bepaling, als die van het laatste lid van art. i, is niet noodig; de vrijwillige verzekering kan niet vervallen en van herleving kan dus geen sprake zijn. die
13.
Het
missies
een
bedoeld
in
uitgebreider werkkring te geven dan aan die art. 86 der Ongevallenwet igoi. Zie de toelichting
Art.
van
art.
1
ligt in
de bedoeling aan de hier bedoelde com-
10.
Art.
14. Zie art.
14 der Ongevallenwet 1901.
Art.
15. Zie art.
17
Art.
16.
der Ongevallenwet 1901.
Zie art. 97 der
Ongevallenwet 1901.
Art. 17. Het stelsel der eenheidsrente, d. i. het stelsel waarin het bedrag der rente en dus ook het bedrag der premie onafhankelijk is van het bedrag van het loon, dat de verzekerde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's