Een midden-eeuwer in onze dagen - pagina 17
de Middeneeuwen met hun diepen geloofshaat en de houding tegenover den wederpartij der, de sterkste. Zoo is het probleem, willens of niet, een essay geworden van reactionNiet nairen tendenz, neen veel erger, van verderfelijken invloed.
bleken,
wreede
één argument ten gunste der Joden
is
er vergeten, niet ééne ver-
en toch, dit alles hunne tekortkomingen blijft op de ziel van den lezer liggen, ik zal het bewijzen, als Het dringt niet door, het groeit niet, graankorrels op een rots. omdat al dit welstaanshalve, ter wille der schijnonpartijdigheid pianissimo vertelde pro, verdoofd, gesmoord wordt onder in contra's in fortissimo. Wil Dr. Kuyper in zijn boek zichzelf zien, klaring
hij
ontbreekt
van
bezie zijne teekening van de Russische bisschoppen, blz. 322.
zoo luidt het aldaar, „toen de pogroms in Rusland uithebben bisschoppen en popen ten ernstige tegen deze
„Zeker", braken,
gruwelen
gewaarschuwd
prediking
is
zeg
ik
hem
een gruwel, en
dit
te
dit
te
is
te
door Dr. Kuyper
hem
tot eer.
hun
strekt
tot
eer,
weinig indringend".
na, tegen het infecteeren
strekt
zeldzaam en
en
zeldzaam en
in zijn
Maar
met boek
maar hun
Zeker, zeker,
geloofshaat, eveneens ernstig gewaarschuwd,
waarlijk, zijne prediking
weinig indringend gebleken
is
te
1
Voor deze stelling staat mij een afdoend bewijs ten dienste. Het is te vinden in eene brochure, geschreven door den heer Naar aanleiding van Dr. Kuyper's Om de getiteld J. W. Jonker, Oude Wereldzee, uitgegeven door den boekhandel W. ten Have :
Amsterdam, speciaal adres, zoo vermeldt het titelblad, van Dr. A. Kuyper's werken en portretten en goede degelijke christeDit boekje is één onafgebroken lofzang op het belijke lectuur. te
eene handelsreclame ter exploitatie van Christelijke kringen. Hoor nu, hoe de heerjonker „Het Joodsche Probleem" resumeert: „En dan de Joden, die moeten we ook zien, in hun verschillende toestanden, in Oost en West. Waarom sproken
zijn
zij
boek,
in
klaarblijkelijk
het Oosten zoo geducht en
waarom
stelden
sommige
de vraag: hoe moeten we staan tegenover den Jood en wat moet er worden gedaan, opdat hun hoopje van tien onze duizenden niet binden als een boef? We willen de Joodsche
landen
zich
geldmannen als menners van de Europeesche vorsten zien, voorzoover de machthebbers jagen naar operaties, die groote schatten vragen en we willen opnieuw verbaasd staan bij het feit, dat de Joodsche geldkoningen soms voor Aeolus spelen en nu eens de gouden kettingen kappen, waarmede de oorlogen als geweldige 13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 76 Pagina's
![Een midden-eeuwer in onze dagen - pagina 17](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/een-midden-eeuwer-in-onze-dagen/1909/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 76 Pagina's