Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 23
college-dictaat van een der studenten
§
De formeele bepaling van dezen locus.
1.
B. Doch''bezien wij de zaak ten principale.
Het
a.
wat in het zieleleven van den Christen voorwant de dogmatiek is geene zielsmystiek. Zij doen met den spiegel van ons menschelijk denken. In dien spiegel is
volstrekt niet de vraag,
afgaat of volgt, heeft te
moeten de verschillende onderwerpen zoo gerangschikt worden, als ons denken vereischt. Het is niet God, Christus, zonde enz., die in de dogmatiek voorkomen, maar de kennisse van God, de kennisse van Christus enz. En wijl de
kennisse
ook
is
te beslissen
het
reflex
in
den spiegel van ons denken, heeft ons denken
over de volgorde der verschillende
ook de locus de Deo vooropgaan, slag en het doel van
wijl
bestaan mist.
zijn
loei.
En daarom moet nu
anders elke volgende locus den grondDit
is
de genetische weg.
Want God
het uitgangspunt van alle ding.
is
Maar waarom
b.
— zoo
kan men vragen
zoodat ge eerst de werken Gods slaat en
van daar
uit
in
— gaat ge hier niet inductief
te
werk,
de natuur en het menschelijk hart gade-
opklimt tot de kennis van het Eeuwige
Wezen? Of ook
de gegevens der openbaring tot die kennisse komt? Antwoord Ook op ander terrein gaat de inductieve methode niet zóo te werk. Is Darwin bijv. begonnen met de bestudeering van eene roos, eene rat, eene Hij kat etc, om zoo eindelijk tot de idee „mensch" te komen ? Stellig niet. kende den mensch en stelde in hem belang, en vandaar pas zijn onderzoek naar kruid en dier, om de genesis van den mensch vast te stellen. Had hij den mensch niet gekend, hij zou zijn onderzoek zelfs nooit ingesteld hebben. Ook bij de inductieve methode is dus het obiect eerst gegeven. En dan rijst de uit
:
men die idee, dat obiect, kan verklaren uit de bijzondere verschijnZoo ook hier. Men gaat niet uit van de kennis van mineralia, flora, fauna, mensch etc, om zoo te komen tot de idee „God". Neen, maar merz^aaf uit van de Godsidee. Wie die niet heeft, bekommert zich ook niet om theologie. vraag, of selen.
atheïstisch land mogelijk, dan zou daar ook alle theologie En ook als een ongeloovige, omdat hij bijvoorbeeld theol. prof. of dominee is, nog „theoloog" heet, dan gaat hij niet inductief uit de bijzondere verschijnselen zoeken naar de Godsidee, maar bestaat al zijn werken
Stel,
er
ware een
ondenkbaar
zijn.
afbrekende Schriftcritiek.
in
Neen, de dogmatische gedachte heeft altoos hierin haar point de départ:Er een God, Die leeft en met Wien wij, menschen, in rapport staan. omdat wij dat bewustzijn hebben, gaan wij de dingen onderzoeken, kunnen tot eene betere kennisse van het Eeuwige Wezen. is
Den
locus de
Deo aan
ook
niet gaan.
eerst
het slot der dogmatiek te plaatsen, is dus in strijd met
de ware toedracht der zaak. het
En
die leiden
Zoo gaat
het in de werkelijkheid niet, en zoo
kan
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's