Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 7
college-dictaat van een der studenten
Inhoudsopgave. 1".
Een mensch kan nooit „supremum"
2".
Souvereiniteit duldt geen grenzen,
3".
Kan dus
zijn.
is
vu 139
a b so
1
u u
alleen ontleend aan absolute productie.
140
t.
141
Schriftuurl. uitdrukking: „pottenbakkersmacht" (ectyp.)
Die macht archetypisch
God
in
en alleen ectypisch
i
e
e c
t
143
houden
:
of te vernietigen.
Beeld Gods Hij
't
de mensch dan ook al wat Hij schiep, en zooals
zijnde, heeft
schiep, als
goed
te loven
146
Deze vrijmacht geldt in gelijke mate en gel. zoowel op dat V. h. onbew. KÓa-floq,
11.
den mensch.
in
typ. in God, geen lex aeterna, maar vrijmacht om te scheppen 143 of niet te scheppen, zóó of anders te scheppen, het creatuur in stand te
N
I.
142
zin
op
h.
gebied
v. d.
geheelen 147
(De natuur; 148 de dierenwereld (hierin
148
al eenigszins anders). 149)
Niet te weerstane inhaerente ordinantiën in de schepping
bewuste leven. (Engelen- en menschenwereid.)
V. h.
gegeven
als
opdat 149
Hier treedt die
vrijmacht op als souverein „gezag" tegenover „de causae secundae" en wel 1".
gebod
het
in
2".
;
daarin, dat
't
Gods
eindresultaat in
bestel ligtopge-
sloten.
Ook
dit
gezag
i.
schepping gefundeerd, krachtens welke alleen
d.
bewust
1.
er een
2".
ordinantiën daarvoor,
4''.
straf en
creatuur
handhaving
3.
Buiten
dezen zin Zijne
is alle
om
souv.
verborgen wil Gods bestaan.
153
zeggenschap over den persoon.''
kan souv. van mensch over mensch niet bestaan. is
155
terecht aan het „ni maitre" der Fransche Revol. het „ni Dieu" vooraf. 157
Het souv. gezag kan
I.
154
geen gezag.
De uitoefening van het souverein gezag.
6.
153
souvereiniteit ten slotte Godes.
Gezag, door geweld, afspraak of vrijwillige onderwerping verkregen,
Daarom
150
151
intellect., eth., sociol., aesthet. terrein, enz.
engerenzin:
Souverein gezag in in
en
verplichting tot gehoorzaamheid,
v. d.
Het beheerscht het geheele
Ook
is
in eigenl. zin nooit
160
worden overgedragen.
161
Nooit kan een mensch als zoodanig overhoogheid over anderen bezitten ten eerste, omdat alle mensch in zonde ontvangen en geboren wordt; 161 Dit te ontkennen leidt 1^ tot ondermijning v. h. gezag zelf, 2". tot vernietiging der vrijheid, 3". tot zelfverheffing v. d. mensch. ten tweede, omdat theologisch beschouwd, God zelf daarmede zou ophouden Souverein,
d.
i.
God
163
te zijn.
A. Het Deïsme moet die overdracht in eigenl. zin nemen, want het abstraheert 164
God van den kosmos. Het Pantheïsme vereenzelvigt God en wereld en vernietigt daarmede 165
B.
alle
C. c II.
gezag.
Het Theïsme handhaaft e n d e n t,
Zijn
gez.
uitoefenen.
volg.
d.
God H.
als Souverein, Die,
S.
V'.
rechtstreeks,
immanent 2".
en trans- 166
door middelen kan 167
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's