Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 803

Hemel en

§11. oecumenisch nietigen.

leven

dat

zondig,

is

strekt

oecumenische werd

dat

Juist

327

hel.

om

het nationale karakter te ver-

Babels torenbouw gezocht.

in

Niet

het

oecumenische, maar het nationale leven doet de bezielende krachten van

het

menschelijke

leven

opkomen,

hefboom voor de

is

heldenmoed, zelfverloochening, broedertrouw enz.

met hunne Pxrnkv.q

Daar

blijven.

zal

een

Doch

het

natuurlijk

zal

zonde (oorlogen, vermengd.

Dat

komen en

tot

enz.)

zijn

geraken.

ontplooiing

gezongen worden door

alle

zijn als

nu bestaat.

was

de Joden

uit

weer

zullen

En dan

De Joden hadden eenmaal eene

welnu, ook

;

om op

hebben

plaats

in

è'S-j/y?

ge-

Door de

de grondtypen dooreengehaald en voorschijn

te

daaronder

zal Israël

eigene, bijzondere, onderscheiden existentie hebben, hetgeen duidelijk in

22 wordt aangegeven.

de

in

dus een organisch bestaand leven.

De grondtypen

veranderen.

zal

volle

lied

dan ook

De

eene indeeling

niet

veroveringen

is

zal

blijven bestaan.

eeuwige heerlijkheid dat nationale leven wel degelijk slachten, talen, tongen en natiën. Het

deugden van

edelste

Daarom

eigen positie

de eeuwige heerlijkheid zullen

de hun opgelegde wijze God eeuwig

;

de Christus een eigen

zij

te

zijn

Openb.

loven en te

prijzen.

Zoo komt

einde

het

der

Openbaring overeen met het begin van Genesis.

Daar heet het: „Laat ons menschen maken, naar ons beeld, naar onze

gelijke-

En God schiep den mensch naar zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem, man en vrouw schiep Hij ze." Daar wordt verder de bestemming van dien mensch geteekend. Gods bestel nis.

met den mensch. Die

bestelling

toch door.

Welnu heid

:

toch

Gods wordt door de zonde gebroken.

Dat moet

in

Maar Gods

wil gaat

het eind blijken.

aan

het

einde,

als

één

organisch

in

de eeuwige heerlijkheid staat daar de menschgeheel,

hebbende heerschappij, dragende haar

profetisch en priesterlijk en koninklijk karakter.

Daar wordt volkomen gezien, wat onze Confessie zegt „Wij gelooven, dat de Vader door zijn Woord, dat is door zijnen Zoon, den

En nu

is

het goed.

hemel, de aarde en alle schepselen

goed gedacht, een

uit niet

iegelijk schepsel zijn

dene ambten gevende,

om

heeft geschapen, als het

Hem

heeft

wezen, gestalte en gedaante, en verschei-

Zijnen Schepper te dienen.

Dat

Hij ze

ook nu

alle

onderhoudt en regeert naar zijne eeuwige voorzienigheid en door zijne oneindelijke

God

kracht,

om den mensch

diene." (Art. 12.)

te

dienen, ten einde „dat de

mensch

zijnen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen