Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 17
college-dictaat van een der studenten
:
:
§ weer soteriologisch ingekaderd, levens.
:
verzekert
levens
bereid maakt" is het werk der voorzienigheid.
en
willig
het
des levens en over het heil der
Nemen we
in
verband gebracht met het koninkrijk des „waarom Hij mij ook door Zijnen Heiligen
in
zinsnede
laatste
des eeuwigen
Geest
in
de
In
Hem
en
we,
te leven
we
deze
in
waar
opzettelijk
verband door, dan
begrip en geloof der voorzienigheid
het
van harte
waakt.
ziel
plaats de vragen 26, 27 en 28,
de tweede
heel
dat
voortaan
werk der heiligmaking opgenomen Eén bestel Gods is het, dat over het behoud geheele
van de voorzienigheid gehandeld wordt; lezen zien
17
Introductio.
1.
het geloof in
uit
den Christus opkomt
met deze woorden ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde?" Antwoord: „Dat de eeuwige Vader onzes Heeren Jezu Christi, enz." Hier hebben we te doen met de Creatio en de Providentia maar niet
Vraag 26
(zooals
den
den
in
gezet
opzij
„Wat
:
;
gelooft
forsch
opgewerkt
Christus
:
ook
catech.)
Luth.
neen,
gij
„de eeuwige Vader onzes Heeren
:
voor
uit
Jezu Christi" en
Roomschen het opvatten „zorgende goedheid en als Vader onze Vader kinderen" maar in eenheid met Christus genomen
dat niet, zooals de Zijn
een oogenblik de Christus
het stuk der Schepping en Verlossing
heel
is
voor
slechts
:
;
door Christus.
voorzienig
Zijn
bestel
geeft
rust
en
troost,
wijl
almachtige God, die kan en in Christus een getrouw Vader, die We moeten dit niet mis verstaan, alsof n.1. de Catechismus uiterste
verviel
op zich
zelf,
en alleen het voorzienig bestel
in
een
Hij is
wil. in
het andere
verband met Christus,
niet
neemt, want
„Wat
Vraag 27 lezen we:
verstaat
gij
door de voorzienigheid Gods?"
Antw. „de almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, enz." Hier vinden we een schoone beschrijving der voorzienigheid en wel zoo, dat het voorzienig
bestel
over
leven
natuurt,
het
met kracht op den voorgrond wordt
geplaatst en van Christus en de zaligheid geen
we
In de 26- vraag hebben in
woord gesproken.
dus ineenschakeling.
de 27^ vraag de voorzienigheid als een op zichzelf staand stuk des geloofs,
afzonderlijk beschreven.
de
In
schoon. niet
Geloofsbelijdenis
Ze
is
zooveel oog had
het leven opvatten. Artik.
12.
vinden
we
van de Hugenoten
Waar
als
We in
de ineenschakeling niet zoo beslist en
afkomstig,
dus van Franschen geest, die
de Duitsche en Gereformeerde, welke meer practisch vinden het element er echter wel degelijk in :
het
begin
de Schepping
in
verband wordt gebracht
met den Christus; Artik.
in iil
13
is
al
dadelijk
het
voorzienigheidsgeloof
met de zonden 2
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 17](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's