GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Afgeperst - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afgeperst - pagina 22

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

QUID PRO QUO.

18

tint

met geniepigheedjens, en met pillekens van

opgevuld enkele

punten

met

is

om

ginnegappen ? De Ministers zelven kennen

het beweert.

kwam

te

Ik

er

Geen Minister mint de panegyriek. De vraag

goed voor.

plicht te

in

Critiek

mijn rede voor.

de Kamer op

in

prachtjongen

zijn

ook

zeker

zeer

bitterst allooi

't

op Mag, moet louter van den aap denk, niemand die den parlementairen

oordeele de lezer.

hierover

Treedt men

niet ?

dit

Ook

?

maar, onder welk gezichtspunt bracht ik mijn bedenkingen zei,

zeer

wel

desiderata

van

de

berde. alle

komen,

Ik

en

sprak

staatsman, ook zijn

had

al

verstaan, dat het Kabinet niet aan

te

antirevolutionaire

onverholen

het

te

partij

kon

tegemoet

dat een antirevolutionair

uit,

voorheen een pertinente verklaring met

hij

eigen hand onderteekend, daarom zeer wel als Minister in de

onmogelijkheid kon verkeeren,

om

een door

hem

zelf geliefkoosd

den plicht van de antirevolutionaire Kamerleden, om steeds voor de desiderata van hun partij op te komen, en besprak er kortelijk twee, de Zondenkbeeld

Daarnaast

uittevoeren.

Voorts

Slavischen gische

uit

Unie-rapport. al

juist

de

behoefte

te

om

de theolo-

versterken, en ging nader op

kon geen steen des aanstoots

En behalve i.

die bestaat aan een

de meening van het Kabinet inzake het

dit

op tweeërlei punt

van het Kabinet m.

aan,

in liggen dat hin-

op het ongewenschte

Leiden

te

omtrent

Ook

klein goed.

ik slechts

ik

wees

leerstoel,

faculteit

kondschap

was

stipte

ik

Hier kon dus niets

dagsrust en de Vaccinatie. derde.

stelde

zijn.

Het

het hiermee aangestipte oefende

critiek uii

:

Ie inzoover het werkplan

alles te veel naar het vijfde jaar drong, en

2e voor wat aanging de

weinige beslistheid van toon over de

te

noodzakelijkheid,

om

gelijk elk politiek

speurder

nog vóór de Stembus van 1913 aftedoen. Toch lette men er wel op, dat ook dit alles mijnerzijds niet anders was, noch kon zijn dan stembus-muziek, de

Invaliditeits-wet

in

mijn rede lezen kan.

Toeleg van heel die rede was, om het Kabinet veilig over de bank van 1913 heen te helpen. Mijn critiek op het Kabinet was pleidooi voor zijn levensverlenging. Voor vast wist ik, dat het Kabinet om

koud ging, zoo de Invaliditeits-wet er niet kwam. Op dit punt nu leek mij de houding van het Kabinet te zwak. En het was daarom, en daarom alleen, dat ik niet alleen een beslister woord poogde uittelokken, maar zelfs mijn vast besluit te kennen gaf, om zelf in te grijpen zoo de goede kans dreigde verkeken te zullen zijn.

Hierop nu

viel

niets aan te

merken.

Ik

deed hier-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's

Afgeperst - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's