Zions roem en sterkte - pagina 151
;
;
;
;
; ;
VAN DE WEDERGEBOORTE EN GOEDE WERKEN. wordt
1.
verlicht, daarin
onszelven
en
komt een nieuw
kennen, Efeze 5
licht,
om God,
waart
Eertijds
143 Christus,
duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere. 2 Cor. 4 6. God die gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is Degene die in onze harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der heerlijkheid Gods, in het aangezicht van Jezus Christus 2. bekommert zich met de dingen des Heeren te bedenken, hoe hij namelijk Hem behagelijk wandelen zal, achtende de dingen die de wereld aangaan, in vergelijking met het eeuwige niet waard, dat hij zijn verstand daarmede bezig houde, Fil. 3:8. Ja gewisselijk, ik te
:
8.
gij
:
acht ook alle dingen schade te zijn, van Jezus Christus mijns Heeren.
om
voorgenomen
u,
gekruisigd; zoekt de 3.
iets
te
weten onder
vorige
trotschheid
1
de uitnemendheid der kennis 2. Want ik heb niet dan Jezus Christus en dien
Cor. 2
:
af te leggen, nederig zich onder-
werpende aan Gods openbaring, Psalm 131 ó Heere, mijn 1, 2. hart is niet verheven, en mijne oogen zijn niet hoog, ook heb ik niet gewandeld in dingen mij te groot en te wonderlijk. Zoo ik mijne ziel niet heb gezet en stil gehouden, gelijk een gespeend kind bij zijne moeder 4. houdt zich bezig in het bedenken en nasporen van allerlei middelen, om zijn evenmensch voordeelig te zijn, om hem ware liefde naar ziel en lichaam te bewijzen Fil. 4 8. Voorts broeders, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zoo er eenige deugd is, en zoo er eenige lof is, bedenkt dat :
;
:
de wil ontvangt een lust, een welbehagen, eene liefde tot de wet Gods, en al de goddelijke waarheden. Psalm 119 Hoe lief heb ik 97. Uwe wet zij is mijne betrachting den ganschen dag. Rom. 7 22. Want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mensch; 2. zij keurt den goddelijken wil goed, en al zijne handelingen 12. Ook waarlijk God handeldt niet goddelooslijk, en de Job 34 Almachtige verkeert het recht niet. Rom. 7 12. Alzoo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed 3. hij onderwerpt zich geheel aan dezelve, met verloochening van zichzelven. Psalm 119 128. Daarom heb ik Uwe bevelen van alles voor recht gehouden, maar alle valsche pad heb ik gehaat. Hand. 9:6. En hij bevende en verbaasd zijnde, zeide Heere wat wilt Gij b. 1.
:
:
!
:
:
:
:
dat ik doen zal ? 4. is altoos begeerig om meerdere verbetering en krachten, om geheel den wil Gods gelijkvormig te zijn; Psalm 119 5. Och dat mijne wegen gericht werden om Uwe inzettingen te bewaren Vers 173. Laat Uwe hand mij ter hulp komen, want ik heb Uwe bevelen verkoren. :
!
Over alle de genegenheden, want deze worden in hare onbesuisde driften ingetoomd en onder de heerschappij der geheiligde rede gebracht, Psalm 131 1. o Heere mijn hart is niet verheven, en mijne oogen zijn niet hoog; b. worden geheiligd en gezuiverd van de zonden, 1 Cor. 5 7. Zuivert dan den ouden zuurdeesem, opdat gij een nieuw deeg zijn II.
a.
:
:
moogt, gelijk gij ongezuurd zijt c. verkeeren omtrent heerlijke voorwerpen recht uit
;
hunne begeerten gaan
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's