Van strak gespannen snaren - pagina 127

103

Voor

vrouw

Jobs

groot en

van wien

't

Job alléén beteekenis, zoolang hij de vrouw van een Indisch ambtenaar,

heeft

rijk is. Zij gelijkt

volgende wordt verhaald.

de landing

Bij

te Priok,

de havenplaats van Batavia, valt haar man te water. „O, mijn traktement, mijn traktement!" schreeuwt zij luid op den oever. Gelukkig werd de drenkeling weer op was haar traktement behouden.

't

droge gebracht, en

Zoolang Job goed en rijk was, kleeft Jobs vrouw hem aan. Thans, nu hij van de zonnige hoogten van 't geluk in de afgrondskolken der ellende is neergestort, wil zij liever van hem af. Zij is een dienares van de grootschheid des levens, de der oogen,

begeerlijkheid

echt

de begeerlijkheid des vleesches, een

„Zegen

God, en sterf!" zegt zij tot Job. het goede van God ontvangen, en zouden wij

Satanskind.

„Zouden wij kwade niet ontvangen?"

het

Wederom

is

zegt Job.

Satan beschaamd.

Thans komt evenwel nog de zwaarste beproeving. Jobs drie Elifaz, Bildad en Zofar komen uit 't verre Oosten om hem in zijn lijden te bezoeken. Ternauwernood hebben zij hem uit de verte gezien, of zij verstommen van verschrikking; vrienden,

zeven dagen en zeven nachten te

zitten

zij

neer

om

Jobs lijden

beweenen. Niet één hunner staat echter op

om hem

de hand

gaan drukken. Het staat immers wel bij hen vast, dat een verborgen kwaad Job moet aankleven, en dat de Heere hem daarvoor nu komt ontmaskeren. Daarover zullen zij eerst met hem spreken. En dat zal wel goed uitkomen. Job vreest God, en zal wel in de schuld vallen. Maar dit moet dan ook geschieden, zal er van vergeving en genezing voor hem sprake kunnen zijn. En aangezien zij zijne vrienden zijn, zijn zij de aangewezen personen

om hem Welk Hij

onreine

daarover ernstig

te

te

onderhouden.

een beproeving voor Job erkent zijne zonde en schuld. !

is.

aankleeft,

Maar

hij

waardoor

Hij belijdt,

ontkent, dat eenig verborgen

hij

zich dezer

zware

dat

hij

een

kwaad hem

straffe heeft

waardig

gemaakt.

Diep

in zijn eer

geboorte.

aangerand, vervloekt Job nu den dag zijner

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen