Zions roem en sterkte - pagina 67

;

;

VEREENIQING DER GODDELIJKE EN MENSCHELIJKE NATUUR. b.

59

nader verklaard Zoo was dan hetgeen Hij stervende in de zijns Vaders bevolen heeft, een ware menschelijke geest maar intusschen bleef de goddeuit Zijn lichaam scheidde natuur altijd vereenigd met de menschlijke, ook zelfs toen :

handen die

;

lijke

Hij in het graf lag

opgehelderd door eene gelijkenis en de godheid hield niet Hem te zijn, gelijk ze in Hem was, toen Hij een klein kind was, hoewel zij zich voor een kleinen tijd, zoo niet openbaarde, 111. Eindelijk een besluit getrokken uit dit alles Hierom bekennen wij dat Hij waarachtig God, en waarachtig mensch is waarachtig God om door Zijne kracht den dood te overwinnen, en waarachtig mensch opdat Hij voor ons zou kunnen sterven uit de zwakheid Zijns vleesches. c.

op

:

in

:

Vraag. Wie der goddelijke personen is mensch gev^orden ? Antw. De persoon des Zoons, dat is de eeuwige natuurlijlce Zone Gods, die w^aarachtig God is en blijft, Joh. 1 14. Het WOORD is VLEESCH geworden. :

Tegen wie stelt gij dat de Zone Gods, is mensch geworden ?

Vraag.

die waarachtig

God

IS en BLIJFT,

Het eerste dat Hij waarachtig God IS van alle eeuwigde Socinianen, die drijven dat Hij niet de Zone Gods, veel minder de waarachtige God is geweest vóór Zijne geboorte uit Maria. Het andere dat Hij waarachtig God BLIJFT, tegen alle oude en 2. en nieuwe dwaalgeesten, die drijven alsof door de menschwording van Christus Zijne godheid eenigszins veranderd verminderd of gekrenkt was. Antw.

1.

heid, tegen

Vraag. Hoe is Hij mensch geworden ? Antw. Door de aanneming van de menscheHjke natuur, Fil. 2:7. De gestalte eens dienstknechts aangenomen hebbende. Vraag. Heeft dan Christus geen menscheHjke persoon aan-

genomen

?

Antw. Christus. rijmd is 1

Tim. 2

Neen,

want dan

die God, en een die Want er is een God, er

:

:

er twee personen zijn in mensch was, hetwelk ongeis ook een Middelaar Gods,

moesten

Een 5.

Maar volgt dan niet, dat de menschelijke natuur zonder onvolkomen is ? Antw. 1. De personaliteit behoort niet tot de volmaaktheid van de natuur, maar alleen tot de voltrekking van de persoon, die in Vraag.

personaliteit

Christus maar een moet

Het

zijn.

meerdere volmaaktheid en heerlijkheid, dat de menschheid van Christus is zonder eenige personaliteit, aangenomen zijnde door de persoon des Zoons tot eenheid des persoons. Vraag. Hoe heeft Hij de menschelijke natuur aangenomen ? Antw. Tot eene onafscheidelijke eenheid, zoodat er niet zijn twee zonen Gods, noch twee personen maar twee naturen in een eenigen 2.

is

zelfs

tot

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen