Zions roem en sterkte - pagina 257

VAN DE SACRAMENTEN. 2.

voorwerp,

In

offerande. 3. In gebruik,

ziende

zijnde

alle

op

Christus

ingesteld

alle

249

tot

en

Zijne

volmaakte

teekenen en zegelen van

Gods Verbond. 4.

In gebruikers, zijnde alle In eere, zijnde alle van

bondgenooten Gods.

Christus gebruikt. Hij is besneden, Luc. 2 heeft het pascha gehouden; is gedoopt, Matth. 3; en 21 heeft het avondmaal genoten, Matth, 26. 5.

:

;

Vraag. Van hoeveel Sacramenten spreken de Papisten ? Antw. Van zeven, want behalve den doop en het avondmaal stellen zij er nog vijf, nl. het vormsel, de oorbiecht, het laatste oliesel, de ordening en het huwelijk. •

.

.

Wat

Vraag.

verstaan de Papisten door het vormsel ?

noemen die ceremonie, waarvan wij spreken, niet vormsel, maar vroomsel, naar vromen, dat is, kloek en sterk maken, omdat ze, als het ware, dient om den mensch tot den Antw.

i.

Zij

geestelijken mensch, waartoe hij geteekend wordt, aan te moedigen. 2. Zij verstaan er door een sacrament, hetwelk den gedoopten van een bisschop of priester toegediend wordt, bestaande in het teeken aan het voorhoofd, kruiswijze, met geheiligde zalf en met deze bijgevoegde woorden ik teeken u, met het teeken des kiuises, en vroom u met de zalf der zaligheid, in den naam des Vaders, des Zoons, en des H. Geestes waar dan een kinnebakslag bij gedaan wordt, om te leeren, dat men desnoods, zwarigheden verdragen moet om Christus' wille. Vraag. Wat is de oorbiecht. Antw. Een bondszegel der nieuwe wet, waarnaar de priester de zonde vergeeft hun die na voorgaande verbrijzeling des harten, :

:

•

.

.

en nevengaande voldoening des werks, hunne zonden in zijn oor Dit placht oudtijds in het openbaar, ten aanhoore van anderen, te geschieden maar alzoo ten tijde van Nectarius, bisschop van Constantinopel, zekere vrouwe, onbedacht verhaalde de zonde die zij met een diaken gedaan had, heeft men de openbare biecht te niet gedaan. Vraag. Wat is het laatste oliesel ? Antw. 1. Een sacrament, waarnaar de priester, door bestrijking met olie aan de werktuigen der uitwendige zinnen, van de volwassenen, die op hun uiterste liggen, hun de lichamelijke gezondheid herstelt, zoo het hun nuttig is voor de ziel, en de overbelijden.

;

•

.

.

geblevene zonde wegneemt. 2. De ontvanger van dit sacrament moet zondaar,

die

geholpen

te

De

in

doodsnood

ligt,

genegen

zijn

om

een boetvaardig dit middel

door

worden.

die men tot het bestrijken gebruikt, is olie van van den bisschop of den priester moet geconsacreerd of gewijd zijn, en telkens alle jaren vernieuwd worden. 4. De leden, waaraan de zalving moet gedaan worden, zijn de ooren, oogen, neusgaten, mond en handen als zetels van de 3.

stof,

'

olijven, die

vijf 5.

zinnen.

De vorm

bestaat in

woorden van toewensching

of afbidding

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen