Zions roem en sterkte - pagina 217

VAN HET KENMERK DER WARE EN VALSCHE KERK.

209

Vraag. Hoe blijkt de zuivere bediening der Sacramenten een merkteeken der Kerk te zijn ? Antw. 1. Uit Handl. 2 42. Zij hebben volhard in de leer der Apostelen, en in gemeenschap, en in de BREKING des BROODS. 2. De doop is een Sacrament der Kerk, Matth. 28 29. Zoo gaf ook de Apostel de instelling des Avondmaals over, gelijk hij die 23. ontvangen had, 1 Kor. 11 Zoo nu de Sacramenten op die wijze, en tot dat einde worden gebruikt, als Christus dezelve heeft ingesteld, mag men veilig besluiten dat daar de ware Kerk is. Vraag. Wat is het derde kenmerk? Antw. De getrouwe oefening der kerkelijke tucht, Matth. 18 18. Voorwaar zeg Ik u al wat gij op de aarde binden zult, zal in den hemel gebonden wezen en al wat gij op de aarde ontbinden zult, zal in den hemel ontbonden wezen. Immers waar de ware Kerk is, moet orde zijn; de ongeregelden moeten bestraft en beteugeld worden, 33. Want God is geen God van verwarring maar van 1 Cor. 14 vrede, gelijk in alle gemeenten der heiligen vers 40. Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. Vraag. Wat is het vierde kenmerk ? Antw. De heiligheid van wandel. Joh. 8 31. Indien gijlicden in Mijn woord blijft, zoo zijt gij waarlijk Mijne discipelen Joh. 10 27. Mijne schapen hooren Mijne stem, en zij volgen Mij Psalm 93 5. De heiligheid is Uwen huize sierlijk, Heere, tot lange dagen Psalm 110 Uw volk zal zeer gewillig zijn, op den dag Uwer heirkracht, 3. :

:

:

:

:

;

:

;

:

:

;

;

:

;

:

in heilige sieradien.

Vraag. Maar Antw. Men moet zelve zien dan zal onderscheiden wordt .

•

.

;

een ieder eigent zich deze kenmerken toe ? hier op geen voorgeven, maar op de zaak blijken, dat de ware Kerk door deze dingen

van

alle

valsch

genaamde kerken.

Vraag. Is het genoeg te weten wat de ware Kerk is? Antw. Neen, het is ook nuttig te weten wie de bijzondere leden van die Kerk zijn. Vraag. Is het mogelijk de bijzondere leden te kennen? Antw. 1. Niet onfeilbaar; dit is alleen het regaal van den God des hemels en der aarde, 2 Tim. 2 19. De Heere kent degenen die :

Zijne zijn. 2. Niet

zonder bedrogen te worden, gelijk het geval van Simon den toovenaar leert. Hand. 10. 3. Niet door eene daad, maar uit herhaalde daden van godzaligheid, Matth. 7 20. Zoo zult gij hen dan aan hunne vruchten kennen :

!

Vraag. Welke zijn die vruchten ? Antw. 1. Hun geloof, hetwelk zij belijden, als waardoor zij aangenomen hebben den eenigen Zaligmaker Jezus Christus, 1 Joh. 4 Hieraan kent gij den Geest Gods; alle geest die belijdt, 2, 3. dat Jezus in het vleesch gekomen is, die is uit God; en alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen •

.

.

:

is,

die is uit 2.

Hun

A. Rotterdam II

God

niet.

heiligmaking, dewelke gekend wordt, 14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen