Nog in den band van voorheen - pagina 31

7

Het was de

Minister

lang

jaren

Zestien

van

mij zulk eene verrassing!

was

ik

had

haar

ik

toekomst nog kunnen

op zeer bescheiden

makkelijken;

vooruit

;

maar

sinds leefden

Amsterdam, en

Universiteit in

Wel had men

mij van

we ik

naar

in

maar

dit

Den Haag.

niet eens per

altoos

zoo

ging en kon

omvangrijke

week

allhans één college

Een op

niet.

dagen teruggebrachte week volstond

nog

faculteit hielp

Senaatswege aangezocht, of

Amsterdam kon komen, om

doortezetten,

verge-

gescheiden, de Vrije

eenmaal Minister-af geworden,

ik,

Als

maar eeniger-

voet,

mate dan toch; en vooral de juridische ik

191

tot

geweest.

afgestorven

Universiteit

Vrije

nu van 1901

niet

vijf

voor mijn

werktaak. Ik moest dus

wel tegen wil en dank, voor die verleidende noodiging,

na de terugkomst van mijn wereldreis, a contre coeur, bedanken. in

de

Kamer

koos,

kon

Vooral toen ik

zij

men

't

al

mij

zeer

weer

aan geen college-geven

meer denken.

Doch

sinds dacht ik dan ook, dat het gevoel voor

mijn persoon en studie in

Amsterdam

allengs afstierf.

Er waren nu nieuwe hoogleeraren gekomen. Zelfs was hun aantal vermeerderd. En zoo leefde ik allengs in de geheel natuurlijke voorstelling

29

in,

dat,

wederzijds

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen