Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 33

DR.

was

in

lijks,

KUYPER PREDIKANT.

de oogen van de geleerde wereld

te

11

Leiden zoo

iets

onmoge-

dat het een verkwisting zou geweest zijn boeken te koopen

die deze voorstonden. Wel had de student K u y p e r met Calvijn en a Lasco kennis gemaakt, maar het was niet in hem opgekomen dat, wat deze leerden, waarheid was. Zijn hart stond er tegen. Hij

had ze gelezen en bestudeerd voor een historisch vraagstuk,

een formeele quaestie, zonder

in te

dier reformatoren voortgesproten leefden.

De beantwoording

zien dat het kerkelijk inzicht

was

uit

den wortel waaruit

der Groninger prijsvraag

zij

was een door-

gaande bestrijding van het Calvinisme geweest, met eenige toenadering tot de Groninger richting voorgestaan door de Hoogleeraren

Pareau en Hofstede de Groot, die door zijn teederen zin destijds een aantrekkelijke zijde had voor zijn innerlijk omgezetten, maar nog niet met het volle licht van Gods Woord bestraalden geest. De jeugdige leeraar kon niet meer buiten boeken; nu hem uit de eenvoudige stulp een lichtstraal in het oog der ziel gevallen was, moest kennis gezocht worden. Dr. Gunning trok hem het eerst aan; van hem had hij in de Leidsche kringen door de familie van den Berch van Heemstede wel gehoord. Deze bracht hem tot de geschriften van De Chantepie de la Saussaye, die volgens velen in die dagen zijn naam, die „vrome zanger in het wilgenbosch" beteekent, naar waarheid droeg. Hem had Dr. K u y p e r wel te Leiden ontmoet, doch zonder in geestelijke aanraking met hem te komen. Beider schriften boeiden hem, waren een schakel in zijn ontwikkeling, doch bevredigden hem ten slotte niet. Dr. Bronsveld bracht hem, zonder het te weten, tot inzicht hiervan. Hem op een ringvergadering ontmoetend, vroeg Dr. K u y p e r hem, wat hij het meest las, en toen hij op diens wedervraag wat hij bestudeerde, De la Saussaye en Gunning noemde, zeide Dr. Bronsveld op zijn comisch droge manier: „Zoo! genoeg heb ik er niet aan."*) *)

Dr.

Bronsveld

heeft in den laatsten tijd wel

laten hooren, dat ons sympathiek was.

weer eens een woord

Men denke aan

zijn klacht,

dat het

velen predikanten aan dogmatische ontwikkeling ontbreekt en zijn afkeuring van het feit dat een man als Dr. E n g e b e r t s, te Amsterdam, die voor „orthodox" gehouden wil worden, meermalen zijn kansel kon afstaan aan een modern predikant, zonder dat de Kerkeraad der Herv. Amsterdam1

sche gemeente daarin eenige zeggenschap had.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen