Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 259
KUYPER ALS GELEERDE.
DR.
rust, lijnrecht tegenover God. Ons van het absolute licht schier niets daar 't door de zonde verzwakt is. Als het hiernamaals tot zijn kracht komt, zal het oog God kunnen aanschouwen in zijn volle
symbool der
staat de dood, het
oog nu kan zien,
volle
237
in dat verblindende
heerlijkheid.
Daarom schoone
stuit
in
God
de Christelijke aesthetica die de oorzaak van het
op ongerijmdheden,
zelf vindt, niet
gelijk
de onge-
loovige aesthetica. Het schoone kan dan alleen in het creatuur bestaan, als de goddelijke heerlijkheid in het creatuur straalt.
Von Hartman zijn
schreef: „Het natuurschoon en het kunstschoon
twee verschillende terreinen, twee werelden". Algemeen beaamt
men, dat
aesthetisch oogpunt het tweede hooger staat dan het
uit
eerste.
Poogt men tot
dit te
verklaren, dan
moet men buiten het geloof om
het resultaat komen, dat in de natuur slechts een
streven van de stof
onbewust
en de mensch er eerst uitdrukking aan geeft.
is
Maar dan volgt hieruit, dat de mensch hooger staat dan de bewerker van het schoon, dat de mensch boven God staat. Door Gods Woord tot grondslag te nemen, vermijdt men deze ongerijmdheid. De volgende stellingen neemt Dr. K u y p e r aan. I. Toen God de wereld geschapen had, was deze absoluut schoon. II. Door de zonde kwam er verstoring, een vloek, waardoor deze wereld „betrübt" III.
is.
Deze vloek drukt
van zon, maan en IV.
God
sterren.
heeft den
schoone voort
te
staat, gelijk
Bij het leelijke zijn
voort
te
Zijne
genade bekwaamd het
Kuyper
over het
tegenover het
leelijke dat
de leugen tegenover de waarheid. de elementen welke
God
gaf
om
het schoone
brengen misbruikt.
Het terrein van het
Dan te
mensch door
brengen.
Voorts spreekt Dr.
schoone
alleen op het aardsche, vandaar de pracht
in
zijn
leelijke is
Inferus
op meesterlijke wijze behandeld door
(Hel),
geïllustreerd
door
G.
Het
Doré.
schoon openbaart zich wanneer de harmonie tusschen geest en te
voorschijn treedt. Bestaat die overeenstemming
niet,
dan
stof
is
er
geen werkelijk schoon. Een vrouw met een schoon gelaat doch zonder dat een schoone ziel zich daarop afspiegelt, verliest het in schoonheid bij
eene,
die
hoewel minder schoon, eene blanke
ziel
laat door-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's