GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 153

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NOODUITGAVE Tot zijn spijt heeft het College van Bestuur moeten besluiten tot een sterke reductie op de geplande inhoud van dit nummer van het onder zijn toezicht verschijnende weekblad der Universiteit.

W E E K B L A D VRIJE UNIVERSITEIT 20e JAARGANG

NUMMER 20

Of het nummer van 16 februari zal kunnen verschijnen is twijfelachtig.

9 FEBRUARI 1973

WÊimsaÊÊÊÊÊm^m

OFFICIËLE B E R I C H T E N Met het oog op de eerstkomende verkiezingen van de studentleden van de universiteitsraad zijn juist op tijd in de raadsvergadering van 6 februari de kwesties die in het gentlemen's agreement van 6 maart 1972 werden genoemd, af­ gehandeld. Gentlemen's agreement Bij het totstandkomen van de huidige universiteitsraad in maart /april 1972 waren twee essentiële vragen slechts voorlopig beant­ woord. De eerste vraag betrof het al of niet noodzakelijk zijn van instemming met de doelstelling van de Vrije Universiteit van alle universiteitsraadsleden; de tweede vraag had betrekking op de gele­ dingsgewijze samenstelling van de universiteitsraad. De huidige raad is gekozen op basis van 5 x 8 (8 verenigingsleden, 16 leden ­'an het wetenschappelijk personeel waaronder 8 hoogleraren en lek­ toren, 8 TAS­leden en 8 studen­ ten) terwijl alle leden de doel­ stelling ondertekenden. Toenter­ tijd is een gentlemen's agreement gesloten tussen de universiteits­ raad 1971 en het bestuur van de Vereniging, dat inhield dat beide kwesties 'open' zouden zijn, dwz dat de nieuwe universiteitsraad beide kwesties opnieuw aan de orde zou stellen en over de in te nemen standpunten met het be­ stuur van de Vereniging zou over­ leggen zonder dat dit bestuur de desbetreffende bepalingen in het bestuursreglement als een bindend precedent zou beschouwen. Nu, een klein jaar later, is over de bovengenoemde vragen, na uit­ voerige beraadslagingen binnen het universiteitsbestuur (universi­ teitsraad en college van bestuur) en na intensief overleg met het bestuur van de Vereniging — dat daarin ook de Baad van Bijstand heeft betrokken — volledige over­ eenstemming bereikt; het gentle­ men's agreement leidde tot een 'agreement'. Doelstelling universiteit De vraag over het al of niet noodzakelijkerwijs instemmen met de doelstelling van de Vrije Uni­ versiteit van (toekomstige) leden van de universiteitsraad heeft zich, naarmate de diskussies voortgingen meer toegespitst op de formulering van de verldaring die hieromtrent bij de kandidaats­ stelling moet worden ondertekend. Immers, deze verklaring zal dui­ delijk moeten aangeven welke be­ doeling daarbij voor ogen staat. Zowel het universiteitsbestuur als het bestuur van de Vereniging zien het als normaal dat leden van de universiteitsraad aan onze universiteit instemmen met haar doelstelling. Zü hebben zich daar­ bij wel gerealiseerd, dat tot de universitaire gemeenschap perso­ nen behoren (studenten, TAS­le­ den) van wie bij hun intrede in deze gemeenschap geen verldaring van persoonlijke instemming met de doelstelling werd verlangd. Het gevoerde overleg heeft tot de konldusie geleid dat een eventueel niet persoonlijk instemmen met de doelstelling door deze leden van de VU­gemeenschap op zichzelf geen reden mag zijn hen van het lidmaatschap van de universi­ teitsraad uit te sluiten. Van hen wordt bij gevolg geen verklaring gevraagd die het karakter van een

persoonlijke geloofsbelijdenis draagt. Wel wordt van hen ge­ vraagd dat zij in hun bestuurlijke funktie de doelstelling voor ogen houden en zich de konsekwenties daarvan bewust zün. DaartaU is voorts overwogen dat van allen die participeren in het universiteitsbestuur een positieve relatie met de doelstelling geëist mag worden; zij die zich verzetten tegen wat de universiteit bedoelt behoren niet voor het raadslid­ maatschap in aanmerking te ko­ men. De verklaring zal dus in die zin een zekere beperking met zich meebrengen, welke uitgedrukt is in de geëiste ondertekening van de persoonlijke bereidheid naar vermogen in de geest van de doel­ stelling te werk te gaan. Dat betekent dat in de verklaring wordt gevraagd uit te spreken dat aan de verwachting, die in het reglement van de VU (art. 1.3.2) wordt uitgesproken ten opzichte van allen die tot de universitaire gemeenschap behoren, door alle leden van de universiteitsraad wordt beantwoord. Op grond van deze overwegingen werd een verklaring geformuleerd

UNIVERSITEITSRAAD en — ook door het bestuur van de Vereniging — aanvaard, die meer is dan een 'intentie­verklaring'. De tekst luidt aldus: VERKLABING Ondergetekende, (naam en voorletters) geboren op (datumi stemgerechtigd in distrikt nummer verklaart, dat zij/hij bereid is een eventuele verkiezing tot lid van de universiteitsraad te aanvaar­ den; verklaart, dat­zij/hij instemt met de doelstelling van de Vrije Uni­ versiteit: 'De universiteit stelt zich ten doel, overeenkomstig de grondslag der Vereniging, al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en zijn wereld.' (art. 1,3,1), dan wel dat zij/hij bekend is met de doel­ stelling van de Vrije Universiteit; en verklaart, dat zij/hij bereid is naar haar/zijn vermogen in de geest van deze doelstelling tewerk te gaan in het besturen van de universiteit, Te , 197. . (handtekening) Bij de eerstkomende verkiezingen zal van deze verklaring gebruik worden gemaakt. c„„„„„t„„5 „„„j Samenstelling raad Het voorstel van de universiteits­ raad om met ingang van medio 1973 de geledingsgewijze samen­ stelling van de raad te wijzigen is al eerder gepubliceerd. Straks zullen 7 verenigingsleden, 14 leden van het wetenschappelijk perso­ neel, 8 TAS­leden en 11 studen­ ten van de universiteitsraad deel uit kunnen maken. Want het be­ stuur der Vereniging heeft intus­ sen dit voorstel van de universi­ teitsraad aanvaard. De instem­ ming van het verenigingsbestuur was noodzakelijk omdat het hier een wijziging betrof van het re­ glement van de VU. Na de stu­ dentenverkiezingen in mei 1973

zal de samenstelling van de raad worden aangepast aan de nieuwe getalsmatige opbouw. Verkiezingen 1973 Omdat het reglement voorschrijft dat studentleden van de raad slechts 1 jaar zitting hebben, is het noodzakelijk dat in het voor­ jaar 1973 studentenverkiezingen plaats vinden. De universiteits­ raad heeft reeds aan het kollege van bestuur verzocht een kies­ kommissie in het leven te roepen. In de vergadering van 23 januari heeft de universiteitsraad het da­ tumschema van de verkiezingen vastgesteld. Van deze data zijn belangrijk de peildatum — 1 fe­ bruari 1973 — welke bepaalt welke studenten ingeschreven zijn, en dus kiesrecht hebben; de periode van kandidaatstelling — 26 maart tot 9 april — en de periode van de verkiezingen zelf, die eindigt op 18 mei met het sluiten van de stembus. Kiesrecht in 1973 „ . ..­. , , , ,i j <. ^^^\ VU­reglement bepaalt dat f^'^^'^^I'Jll ^ " " mgesclireven kiesrecht hebben, zowel aktief als passief. Sinds dit reglement is vastgesteld heeft het begrip 'in­ schrijving' een wijziging onder­ gaan, in die zin dat het is gere­ serveerd voor die studenten die expliciet onderwijs vragen. De overige studenten die de univer­ siteit in dit verband kan kennen, zijn examen­ of tentamenstuden­ t;gn. Deze laatste groep, die vorig jaar ook reeds bestond doch ad­ ministratief niet te onderscheiden viel van de expliciet onderwijs­ vragende studenten, had vorig jaar echter kiesrecht. En er is geen reden dit jaar deze studen­ ten van het kiesrecht uit te slui­ ten. De kollegegeldwet 1972, die slechts financiële oogmerken had, verandert hier niets aan. De uni­ versiteitsraad heeft daarom be­ paald dat behalve ingeschrevenen (nieuwe stijl) ook het aktieve kiesrecht ontvangen die studen­ ten die schriftelijk verklaren vo­ rig jaar ingeschreven te zijn ge­ weest aan de Vrije Universiteit en verklaren tentamen­ of examen­ student te zijn op de peildatum, Dat laatste houdt in dat de des­ betreffende studenten verklaren in de kursus 1972/1973 geen hoor­ of werkkoUeges en/of praktika te volgen of te gaan volgen. Door deze maatregel is tevens de on­ billijkheid weggenomen dat die examen­ of tentamenstudenten die in september — naar later ^^^^^ ^.^n onrechte ­ zich lieten inschreven en die daarom nu terugbetalmg van kollegegeld vroegen en zullen ontvangen, wel stemrecht hebben. ­»T­ j. v.

* Niet ingeschreven examen­ of tentamenstudenten wordt erop gewezen dat de formulieren waar­ ^ e e men aktief kiesrecht kan aanvragen voor de verkiezingen in mei 1973 uiterlijk 26 februari, 13 QO uur dienen te zijn ingele­ ^erd bij de kiescommissie. Nader Ter vermijding van misverstan­ bericht volgt, den: het passief kiesrecht ont­ vangen studenten die het aktieve kiesrecht hebben en een verkla­ ring omtrent aanvaarding van het lidmaatschap en de relatie tot de doelstelling van de VU hebben ondertekend bq de kandidaatstel­ ling.

PROMOTIES UR­motie keurt bezetting af Evaluatie van het Tekst van een door het pre­ sidium ingediende motie, unaniem aanvaard in de ver­ gadering van de universi­ teitsraad VTJ op 6 februari 1973.

De universiteitsraad van de Vrije Universiteit, in verga­ dering bijeen op 6 februari 1973 — kennis genomen hebbend van het bericht over de bezetting van de bestuurs­ vleugel op 2 februari 1973, — spreekt zijn afkeuring over de bezetting uit, — doet een dringend beroep op de SRVU om a) bil het ontwikkelen van zijn activiteiten ook het belang van de universiteit te laten gelden, en b) bij het kiezen van zijn middelen een demo­ kratische kieskeurig­ heid aan de dag te leg­ gen en gaat over tot de orde van de dag.

ORATIES

EG MIST GLOBA LE VISIE In een inaugurele oratie tgv zijn benoeming tot hoogleraar in het recht der europese organisaties heeft prof. mr. R. H. Lauwaars vr 9 feb in het Woestduincentrum gesproken over de noodzaak van een globale visie binnen de euro­ pese gemeenschappen. Het probleem van de interne sa­ menhang van het gemeenschaps­ optreden bestond ook al tijdens de overgangsperiode. Het heeft ech­ ter aanzienlijk aan betekenis ge­ wonnen nu de EG het stadium van de gemeenschappeiyke markt heeft verlaten en op weg is naar een ekonomische en monetaire imie. Tegelijkertijd worden In de Gemeenschappen initiatieven ont­ wikkeld om ook op allerlei nieu­ we terreinen tot een gemeen­ schappelijk beleid te komen, aldus prof. Lauwaars. In zijn rede behandelde hij een aantal gevallen waarin een dui­ delijk verband bestaat tussen het beleid van de gemeenschap in verschillende sektoren. Aanha­ kend bij de voorstellen van de commissie Chemisch Beraad van vorig voorjaar vroeg hiJ zich af of op het gebied van het commu­ nautaire kartelbeleid mede reke­ ning moet worden gehouden met doeleinden van de industriepoli­ tiek. Hij bepleitte een aktief op­ treden van de gemeenschap om in bedrijfstakken waarin behalve overproduktie ook ernstig mUjeu­ bederf bestaat, tot de oprichting van zgn. mUJeukartels te komen. Juist het mUjeubeleid zal alleen geëffektueerd kunnen worden bij de gratie van het overige beleid van de gemeenschap. Op den duur zal het mUjeubeleid zelfs de basis van de gehele gemeenschapskon­ struktie moeten raken. Het blijkt dat het optreden van de EG nog maar al te vaak wordt gekenmerkt door het ontbreken van een globale visie.

Per 1 maart worden de ora­ ties, promoties etc. gehouden in het hoofdgebouw van de universiteit, De Boelelaan 1105.

menselijk gangbeeld De heer N. H. Molen te Amster­ dam is vr 2 feb gepromoveerd tot doktor in de geneeskunde op het proefsclirift: 'Problems on the evaluation of gait with special re­ ference to the comparison of nor­ mal subjects with below­knee amputees.' Zijn promotor was prof. dr. F. van Faassen en co­ promotor prof. dr. H. J. Huf­ schmidt. In zijn proefschrift wordt de eva­ luatie van het gangbeeld centraal gesteld. Deze evaluatie is nood­ zakelijk zodra gangbeeldstoornis­ sen door de medikus moeten wor­ den beoordeeld. Er Is nog steeds onzekerheid over de vraag of bij deze beoordeling het gangbeeld van de valide als maatstaf mag worden gehanteerd, of dat voor het onderhavige geval 'eigen nor­ men' moeten worden toegepast. Enerzijds zijn de faktoren die de normale gang kwantitatief bepa­ len onvoldoende bekend, ander­ zijds kan de vraag worden gesteld of het gangbeeldpatroon van mensen met gangstoomissen wel in overeenstemming is te brengen met het patroon van niet gehan­ dikapten. Om deze vragen te kun­ nen beantwoorden is onderzoek gewenst zowel van de normale als van de pathologische gang. Na de konstruktie van een gang­ beeldkarakteristiek, wordt een on­ derzoek beschreven omtrent de gang van een groep onderbeen­ prothesedragers. In de diskussie staan de konsekwenties van een verhoogde zuurstofkonsumptie voor de onderbeenprothesedra­ gers, die ca. 20% bedraagt, cen­ traal. In de slotbeschouwing wordt de konklusie getrokken dat bij ont­ breken van een gangbeeldkarak­ teristiek voor deze kategorie min­ der validen voorlopig volstaan moet worden met een vergelijking van de onderzochte faktoren voor de normale en afwijkende gang. Aan de hand van de resultaten van het gehele onderzoek wordt gesteld dat 'eigen normen' dienen te worden gehanteerd. Door voortgaand onderzoek kunnen deze worden bepaald. Voorts wordt gewezen op de beperking die in de technisch­biologische benadering van de problematiek gelegen is, voor wat betreft de onderbeenprothesedragers in het bijzonder en de minder validen in het algemeen. PERSONALIA: NUs Hermanus Molen, 9 mei 1923 te Amsterdam geboren, behaalde in 1947 het ingenieursdiploma aan de TH/Delft. Na een tiental jaren in onderscheiden technische funkties in het bedrijfsleven werkzaam te zijn geweest, was hij van 1957­1961 docent in de tech­ nisch­theoretische vakken aan de HTS te 's­Hertogenbosch. In 1961 trad hij als ingenieur in dienst van het Laboratorium voor Ana­ tomie en Embryologie van de VU. De laatste jaren gaf hij onderwijs in de biomechanika resp. aan de Chr. Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Arnhem en aan het Koninklijk Instituut voor de Ma­ rine te Willemsoord. Vanaf sep­ tember 1972 is hij belast met het onderwijs in de biomechanika voor revalidatie­artsen in oplei­ ding. Sinds het behalen van het arts­ diploma in 1970 aan de VU richt hi) zich als arts op de problema­ tiek van de ouderdom, waarbij zijn belangstelling in hoge mate uitgaat naar het bewegingspa­ troon van de bejaarde. STELLINGEN 11 De 'onvoorwaardelijke reflex' het zien van de patiënt en het grijpen naar een recept, dient in de praxis van de arts onderbro­ ken te worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's