Gegevens betreffende de Vrije Universiteit - pagina 64
Ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan op 20 october 1955 in opdracht van de directeuren der vereniging voor hoger onderwijs op gereformeerde grondslag verzameld en uitgegeven
H E T HUIS K E I Z E R S G R A C H T
162
bijkeuken, vanwaar een trap naar de tuin voerde. Het kamertje links voor de Zaal, voorheen dessertkamertje, heette na 1883 wachtkamer, officieus zweetkamertje. Wat er nu i n het gebouw aan ruimte nog niet is genoemd was bestemd voor het personeel. D e directrice had haar vertrekken rechts van de gang in het achterhuis. A a n de andere kant van de gang lagen daar keuken, bijkeuken en provisiekamertje. D e interne staf van de directrice bestond uit een huisknecht, een juffrouw voor de keuken en een juffrouw voor de kamers; hun slaapkamers waren te vinden in het sousterrain: links-voor en rechts-achter. D i t sousterrain werd ook overigens intensief benut: badkamer, mangelkamer, provisiekamer en kolenkelder. De linnenkamer op de eerste verdieping is reeds genoemd. Boven in het tuinhuis was de strijkzolder. Eén tak van dienst is na dit alles nog niet vermeld: de bibliotheek. Deze was tevreden met een bescheiden plaats in de twee bijeengevoegde benedenkamers aan de voorkant van het tuinhuis. Het Universitair
Tehuis
's Morgens om acht uur haalde de huisknecht de bel uit het provisiekamertje en luidde hem, op de binnenplaats eerst, op de gele steentjes achter de keuken daarna. De hospitanten verzamelden zich in de eetzaal en nadat de praetor (eventueel, indien hij aanwezig was, de hoogleraarregent), een korte godsdienstoefening had geleid (waarbij een cadeau gekregen huisorgel diensten bewees), werd de eerste maaltijd gebruikt. D e dag kon besteed worden aan colleges en studie; voor de laatste had iedere inwonende student een eigen kleine kamer. O m één uur werd op de eetzaal het „tweede ontbijt" gebruikt en om vijf uur het „middagmaal". W i e 's avonds niet de stad in ging of zich terugtrok in zijn studeerkamertje kon terecht in de conversatiezaal, die met zijn „gespijkerde kleed" en gaskroon een hoogtepunt vormde van gezelligheid, en die tevens dienst deed als „leeskamer" voor alle ingeschreven studenten als zodanig, beheerd door het Corps. Sterke drank mocht er niet worden geschonken. A a n 't eind van de avond werd er i n gebloemde kopjes thee geserveerd met brood naar believen. Niet lang na dit „avondeten" werd het tijd geacht om de gaslamp in de conversatiekamer uit te draaien en de kaarsen aan te steken i n de slaapkamers. D e praetor controleerde, of allen thuis waren. D e voordeur werd om half twaalf gesloten. W i e later thuis wilde komen, moest van te voren de sleutel vragen. M e n krijgt de indruk dat het huiselijk leven, de maaltijden, de i n richting van de verblijven, sober en degelijk waren, zoals toch ook wel paste bij een kweekplaats van het puritanisme. Maar aan sfeer ontbrak het zeker niet. 64
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Gegevensboeken | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Gegevensboeken | 142 Pagina's