GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VOORLOOPIGE SYNODE VAN NED. GEREFORMEERDE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOORLOOPIGE SYNODE VAN NED. GEREFORMEERDE KERKEN.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kerkeraad der Nederd. Geref. kerk van Utrecht, brengt door dezen ter kennis van de kerken en de dassen, dat bij hem de navolgende punten, ter behandeling op de aanstaande voorloopige Synode, zijn ingekomen.

De Kerkeraad voornoemd,

H. HOEKSTRA, Fres.

G. RINGNALDA, Secr.

Provincie GELDERLAND.

Classen Arnhem, Nijmegen, Zut/en, Tiel eaZali-Bommel.

De classis heeft:

I.

Een gravamen tegen art. 37 der Dordsche Kerkenordening, in welk artikel zij de - Woorden »alle weken" wenscht veranderd te zien in «alle maanden", daar zij oordeelt, dat eene kerkeraadsvergadering iedere week in kleinere kerken bezwaar heeft.

2.

Een verzoek, dat de Synode eene toelichting geve, en aan al de kerken openbaar make, van art. 61 der genoemde kerkenordening. De bedoeling is deze :

1. Wat beteekent in dat artikel de uitdrukking : «naar de gewoonheid der kerken"?

2. Is het niet wenschelijk, in al onze kerken eenzelfde gewoonheid aan te nemen en te volgen?

3. Zoo er een openbare belijdenis (in het kerkgebouw, voor het oog der geheele gemeente) van hen, die ten Avondmaal toegelaten worden, wordt vastgesteld, welke vragen moeten dan bij die gelegenheid gedaan worden?

4. Is er bezwaar tegen, om van «bevestiging" der toegelatenen te spreken?

5. De voorloopige Synode diene de kerken door de vaststelling van een formulier, om te bevestigen degenen, die ten Avondmaal worden toegelaten.

3

Eene vraag: wie eene verandering in de verdeeling der classis (b. v. de onze) heeft aan te brengen, wanneer deze wenschelijk of noodzakelijk blijkt ?

4.

De classis dringt er op aan, dat de Synode zich tot de onderscheidene kerken wende met een schrijven, waarin aangedrongen wordt op het houden van eene collecte ieder jaar, in iedere kerk, ten behoeve van: I. de Vrije Universiteit, 2. het Gymnasium te Zetten, 3. en 4. de Studiefondsen, aan die stichtingen verbonden (voor ieder ééne). In verband hiermede zou de classis nog gaarne willen weten, op welke wijze art. 19 der kerkenordening is uit te voeren.

Classe Harderwijk.

1.

In zake de vereeniging met de Chr. Geref.

De Synode trachte langs een Gode weibehaaglijken •weg de vereeniging met de Christel. Gereform. te bevorderen, en

ingeval onverhoopt op de Synode te Utrecht en te Assen de vereeniging met de Christel. Geref broederen niet vlotten mocht, zou men dan plaatselijk daarmede kunnen en mogen voortgaan, waar zulks mogelijk blijkt ?

2.

Set ouderlingen ambt.

Naar aanleiding van de tweede discussie, op het Convent gevoerd, over de beteekenis van het ouderlingen-ambt, ofschoon zij niet tot oplossing gebracht is, en met het oog op de gevolgen van het gehouden Diaconaal Congres, benoeme de Synode eene commissie, die, nog in den loop van dit jaar, zoo mogelijk.eene vergadering van regeer-ouderlingen samenroepe, teneinde de roeping, geschiedenis en verdere ontplooiing van dit ambt te bespreken naar den Woorde Gods.

3.

Het ambt der geloovigen,

Met het oog op de noodzakelijkheid, dat het ambt der geloovigen zich niet bepale tot eene enkele handeling van «reformatie, " maar verder gezegend doorwerke, benoeme de Synode eene commissie, die het wezen en het doel van het ambt der geloovigen in een gesch} ift uiteenzette.

4.

Toelating tot het heilig Avondmaal.

De Synode geve, nu het heilig Avondmaal weder in verschillende kerken bediend wordt, de - wijze aan, waarop éénerzijds tot wering van ontheiliging der Sacramenten, anderzijds tot bewaring van het standpunt, dat de gansche Hervormde gemeente onder de tucht des kerkeraads geacht wordt te zijn, de toelating tot het heilig Avondmaal moet geregeld worden.

5.

Het schoolverband.

Lettende op de treurige gevolgen, die het ontbreken van het gewenschte schoolverband, door verschillende diaconiescholen en Christelijke scholen, heeft opgeleverd, en in aanmerking genomen de roeping tegenover de scholen, volgens artikel 21 der Kérkenorde, aan de kerkeraden opgedragen, benoeme de Synode eene commissie, die rapport uitbrenge over de vragen:

a. Welk is het juiste verband tusschen de leden eener gemeente, de ouders, de onderwijzers, den kerkeraad, de diaconie, en de overheid in zake de scholen?

b. In hoeverre is tegenwoordig verband tusschen de scholen onderling wenschelijk, tot onderlinge leering, gemeenschappelijk optreden en uitbreiding in andere gemeenten?

6

Catechisatit-boekjes,

Is meerdere, of wellicht de meest mogelijke eenheid in het catechetisch onderwijs niet wenschelijk ?

7.

Traktementen van fredikanten.

Moet er nin tijdig gewaakt worden tegen het te hoog opvoeren van de traktementen der bedienaren des Woords in de doleerende kerken,

a. opdat het onzen herders en leeraars, «voorbeelden der liudde, " geschonken worde ook hierin »der wereld niet gelijkvormig" te zijn;

h. opdat niet armere, kleinere gemeenten aldoor verstoken blijven, terwijl grootere en rijkere plaatsen alles tot zich trekken?

8.

Bewerking der kerken.

De Synode wijze aan hoe de verschillende kerken> die nog niet doleerende optreden, het best bewerkt worden.

9.

Zending,

Wegens den ongezonden toestand, waarin tegenwoordig de Zending verkeert, wordt gevraagd, of het niet noodzakelijk zij, dat de Zending uitga van de kerk, en hoe dit thans verder bevorderd kan worden ?

Provincie ZUID-HOLLAND.

Classen s-Gravenhage, Leiden, Gouda.

1.

De voorloopige Synode geve een breedere uiteenzetting en verklaring van wat gevonden wordt in de Post-acta (164ste sessie) van de Synode van Dordrecht van 1618/19, over het stuk van den Sabbat, met he oog op de veranderde staatkundige en maatschappelijke toestanden.

2.

De Synode neme maatregelen, om tot eenparigheid te geraken, in de wijze van bediening des H. Doops, wat aangaat doopheffing en lezing van de 3de vraag van het formulier.

3.

Correspondentie met andere Geref. kerken in ons vaderland, inzonderheid met de Christel, Geref. kerken.

4.

Of en hoe de kerkelijke tucht moet worden toegepast op die leden der gemeente, die onder de Synodale hiërarchie zijn gebleven, inzonderheid op de ambtsdragers, en nog meer in het bijzonder op de predi­kanten ?

Als hare meening spreekt de classis, met betrekking tot het laatste punt uit, dat in deze zaak separatisme niet mag worden geduld.

Provincie NOORD-HOLLAND.

Classen Amsterdam, Edam, Hoorn.

I.

Zou het niet raadzaam zijn, dat de classen, in welke het aantal opnieuw gereformeerde kerken reeds 12 Jof meer bedraagt (Leiden, Rotterdam, Dokkum) niet meer met andere classen gecombineerd blijven?

2.

Moet niet eene kerk worden aangewezen, die provisioneel belast wordt met de bewaring der Synodale akten en bescheiden?

3.

De Synode wende zich tot de Synode der Christelijke Gereformeerde kerk met het voorstel, dat zonder verwijl, door gedeputeerden van beide Synoden, een ontwerp gemaakt worde voor de hereeniging van de in beide Synoden vertegenwoordigde Gereformeerde kerken, welk ontwerp dan daarna onderworpen worde aan het oordeel der kerken zelve in hare classen; en voorts verdage de Synode hare vergadering totdat deze beoordeeling geschied zij, en alzoo de afgevaardigden der classen op dit punt bepaaldelijk hunne instructiën hebben.

4.

De Synode benoeme gecommitteerden, één voor elke classikale combinatie, om de noodige gelden tot dekking der kosten, welke onderscheidene kerken tot handhaving harer rechten hebben moeten maken, voor zoover zij zelve onvermogend zijn om die kosten te dragen, bijeen te brengen en te administreeren in overleg met de rechtskundige commissie; en voorts richte de Synode een schrijven aan alle de kerken, om aan te dringen op geregelde driemaandelijksche collecten voor dat doe, totdat de noodige gelden zullen gevonden zijn.

5.

De Synode spreke uit, dat het, ter voorkoming van misverstand, wenschehjk is, dat de kerken aan haar ouden naam van Nederduitsche Gereformeerde kerken niet meer toevoegen, althans niet als regel, het woord doleerende, ter aanduiding van den toestand waarin zij sedert kort gebracht zijn, tenzij dan met verandering der uitdrukking, b.v. door te schrijven: »tijdelijk in doleantie".

6.

Hoe moet gehandeld worden met de leden der gemeenten, inzonderheid met de ambtsdragers, die weigeren met de reformatie der kerken mede te gaan, en welke gedragslijn hebben de kerkeraden in dezen te volgen ?

7.

Wat hebben de kerken te verstaan onder slaafsche werkzaamheden op den dag des Heeren?

8.

Is het niet wenschelijk, dat jongen lieden, die van eene Universiteit komen, door de classis een preparatoir examen worde afgenomen?

9.

Acht de Synode, dat een huwelijk tusschen een man en de zuster zijner overleden huisvrouw naar Gods Woord (Levit. 18) geoorloofd is? Door de classen Amsterdam, Edam en Hoorn zijn voor de voorloopige Synode gedeputeerd: Ds. B. VAN SCHELVEN, predikant te Amsterdam. Secundus: Ds. C. A. RBNIEE, pred. te Amsterdam. Dr. A. H. DE HABTOG, ouderling te Amsterdam. Secundus: J. H. VAN BEE HOEVEN, ouderling te Nederhorst den Berg.

Classen Haarlem en Alkmaar.

I.

Indien het Statuut van 1869 plaatselijk wordt gemaakt, en de vereeniging van een Christelijke Gerefor meerde kerk met een Nederduitsche Gereformeerde (doleerende) in eenige plaats tot stand komt, hoe moet dan het beheer van de gemeenschappelijke goederen geschieden, volgens het Reglement van 1869 of van de «Kerkelijke Kas?

2.

De Synode spreke zich uit over het standpunt dat door kerkeraden van Nederduitsche Gereformeerde kerken (doleerende) moet worden ingenomen tegenover de leden van 't Ned. Hervormd kerkgenootschap en wel bepaald nfitet het oog op een eventueele vereeniging met de Christelijke Gereformeerde kerken; of men missionair of ambtelijk tegenover hen moet optreden.

3.

De Synode spreke uit, wat men te verstaan heeft onder «singuliere gaven", bedoeld in art. 8 van de kerkenordening van Dordrecht.

Door de classen Haarlem en Alkmaar zijn voor de voorloopige Synode gedeputeerd:

Ds. P. VAN SON, pred. te Amsterdam. Secundus: Ds. H.W. VAN LooN, pred. te Amsterdam. Kolonel H.W. VANMABLE, ouderiing te Den Helder. Secundus: BEOEKMEIJER, ouderling te Haarlem.

Provincie ZEELAND.

Classen Middelburg, Zierikzee, Goes en Vsendijke.

1.

Acht de voorioopige Synode het noodig en wensehelijk, reeds nu een herziening der kericenorde ter hand te nemen?

2.

De voorloopige Synode wijze aan, zoo mogelijk, wat in de kerkenorde noodzakelijk, en wat tot de ondergeschikte dingen moet gerekend worden.

3.

De Synode bepale, dat door elke gecombineerde classis twee bedienaren des Woords en itoee opzieners ter Synode'zullen worden afgevaardigd.

4.

Welke arbeid op den dag des Heeren sluit uit van de tafel des Heeren, en maakt het bekleeden v.in ambten onmogelijk ?

Provincie UTRECHT.

Classen Utrecht en Wijk.

I.

Dat er van de Synode pogingen mogen uitgaan ter kerl; elijke vereeniging met de broeders, die tot de Christel. Geref. kerk behooren, welke vereeniging, bij bewaring van het beginsel der reformatie, door de kerken dezer classis vurig begeerd wordt, en die zij liefst zóó tot stand zag komen, dat moelelijkheden, gelegen in een voorloopig gedeeld blijven der kerkeraden vermeden - wierden (bij samengaan in meerdere vergaderingen).

2.

Dat de Synode wenken geve aangaande de oefening der tucht in betrekking tot het Sabb.^tsgebcd.

3.

Dat de Synode nader onze verhouding beschrijve ten opzichte van de tegenstanders der reformatie in de kerken, bijzonder ten opzichte van de ambtsdragers, die blijven weigeren te hunner plaatse in de reformatie mede te gaan.

Classe Amersfoort.

I.

De classis wenscht, dat de Synode moge goedvinden, een advies te geven, op welke wijze de toelating tot het heilig Sacracrament des Avondmaals op de meest stichtelijke wijze zal geschieden.

2.

De Synode neme maatregelen, om art. 19 der kerkenorde uit te voeren.

Provincie FRIESLAND.

Classen Sneek, Franeker, Heerenveen.

I.

De voorloopige Synode zoeke verb, indregeling tusschen kerk en school.

2.

De Synode neme maatregelen tot terugleiding van den Zendingsarbeid in het kerkelijk spoor.

3.

De Synode zoeke classikaal, provinciaal en nationaal verband te brengen tusschen de diaconieën.

4.

De Synode berame maatregeien tot aanstelling en ordening van diaconessen.

5.

De Synode zoeke te bevorderen de vereeniging tusschen de Chr. Geref. kerk en de kerken, die in doleantie zijn.

Classen Leeuwarden en Dukkum.

I.

Omtrent het examen van aanstaande bedienaren des Woords worde besloten, dat het wetenschappelijli examen door de kerken afgenomen worde vóór de beroeping en vóór het optreden in de kerken, liefst door één commissie voor geheel ons vaderland; terwijl het nader onderzoek, wat betreft leer en leven, plaats hebbe na de beroeping door de classis.

2.

Is de toevoeging van Moddergat, dat kerkelijk bij Nes en Wierum behoort, tot de kerk van Paesens wenschelijk? (Het rapport van de classis over deze zaak zal aan de voorloopige Synode worden toegezonden).

3.

Regeling van de verhouding tusschen kleine kerken en genabuurde kerken.

Toelichting. De bedoeling is: Ideine kerken, die onmogelijk in den dienst des Woords kunnen voorzien, moeten in betrekking komen tot genabuurde kerken, maar zoo, dat zij haar eigen ouderiing en diaken hebben, en slechts vergaderen met den kerkeraad van genabuurde kerken, totdat zij sterk genoeg zijn om zelf op te treden.

4.

Zou het tot wering v.an vele netelige quaestiën niet wenschelijk zijn, dat de kerken zich hielden aan de natuurlijke grenzen en niet aan de historische, waar deze in voortdurenden strijd zijn met de natuurlijke?

Provincie OVERIJSEL en DRENTE.

Classen Zwolle, Deventer, Kampen, Assen, Mefpel en Coevorden.

I.

De classis doet het voorstel, dat in onze kerken een algcmeene bededag gehouden worde voor de vrijmaking der Gereformeerde kerken, die nog onder de hiërarchie leven, en voor de hereeniging van alle Ge reformeerden in den lande.

2.

De classis brengt ter Synode de vraag: of de Gereformeerde kerken, bij hereeniging, voetstoots elkanders dienaren zullen hebben over te nemen. En zoo niet, op welken voet deze hoogst gewichtige aangelegenheid dan behoort geregeld te worden.

3.

De classis vraagt, wat reeds nu door onze kerken gedaan l< an worden, om de lang verwaarloosde binnenlandsche Zending, ook die onder de Joden, weer naar deij eisch des Woords ter hand te nemen.

4.

De classis vraagt het advies der Synode, in zake de kerk van Vollenhove.

Provincie GRONINGEN.

Classen Groningen, Winschoten, Afpingadam en Onderdendam.

1.

Is het huwelijk van eene vrouw met den broeder van haren overleden man naar Gods Woord geoorloofd? Is, bij verschil van meening hierover, de censuur door eene andete Gereformeerde kerk, over zoodanige personen uitgesproken, te erkennen?

2.

Is ook eenheid van gedragslijn mogell k tegenover de lidmaten, die den wettigen kerkeraad niet erkennen? En welke is die?

3.

Zijn er ook kerkelijke tuchtmiddelen, welke kunnen worden toegepast op leden, die nog niet tot het Avondmaal zijn toegelaten?

4.

Laat Art. 4 der kerkenorde ook toe de medewerking van lidmaten bij de verkiezing van predikanten? En is zoodanige medewerking gewenscht?

5.

De Synode regele definitief de samenbrenging der proceskosten door de gezamenlijke kerken.

6.

De Synode trachte te bewerken een samenkomen der Nederduitsche Gereformeerde kerken met de gemeenten der Christelijke Gereformeerde kerk in meerdere vergaderingen, onder voorwaarde, dat het Statuut der Christelijke Gereformeerde kerk van 1869 worde opgeheven of althans voortaan alleen plaatselijk

Provinciën NOORD-BRABANT en LIMBURG.

Classen ''s-Hertogenbosch, Breda, Reusden, Eindhoven en Maastricht.

1.

Hoe behoort gehandeld te worden met broeders en zusters, die uit de Christ. Geref kerk tot één onzer Iserken wenschen over te komen, zoolang de vereeniging nog niet is tot stand gekomen?

2.

Welke maatregelen kunnen worden genomen, om naar elders vertrekkende doopleden te doen komen onder toezicht van den kerkeraad hunner tegenwoordige woonplaats ?

3.

Wat kan gedaan worden, om leden van eenige kerk, die tijdelijk in een andere verblijven, tot de tafel des Heeren toe te laten, zonder bezwaar voor laatstgenoemde kerk?

4.

Welke maatregelen kunnen worden genomen, tot verzekering des kerkeraads van den doop der kinderen der met attestatie van elders overgekomen ouders?

5.

Moeten zij als gedoopt worden beschouwd, wier Doop niet geschiedde met de in de kerken vastgestelde formule? Is, met het oog op Art. 27 der kerkenorde, herbenoeming van aftredende ouderlingen en diakenen geraden is; en, zoo ja, of dan de herbenoemden weder moeten bevestigd worden ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

VOORLOOPIGE SYNODE VAN NED. GEREFORMEERDE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's