GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteit.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteit.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

niversii

Dezer dagen ontving ik door Br. Van Kammen uit Kollum de som van ƒ 25 van de Halve-stuivers-vereeniging. Daarbij werd de dankbare herinnering in mij verlevendigd, dat in een jaar tijds door deze vereeniging ƒ 200 voor het Hospitium en het Studie-fonds is bijgedragen. Waarlijk, de macht van het kleine onder den zegen des Heeren is groot. Uit onderscheiden plaatsen heb ik in het afgeloopen jaar de verrassende 'blijken daarvan mogen ontvangen. Te Rotterdam, waar deze vereeniging reeds eenige jaren bestaat, werd in dit jaar voor het Studiefonds bijna ƒ 1300 ingezameld. Uit den Haag, vanwaar mij de twee eerste driemaandelijksche stortingen werden gezonden, ontving ik / 200. Uit Haarlem en Maassluis ieder ƒ 100. Uit Groningen f 50; uit Hilversum ƒ 41; uit Delft ƒ 25.

Die som. werd bijna geheel uit kleine giften en contributiën bijeengebracht. En terwijl zoo steeds in breeder kring de hartelijke toegenegenheid ook voor ons fonds zich uitstrekt, mogen wij den moed wel hoog houden, en ons laten sterken in het vertrouwen, dat, onder vele en velerlei tegenheden de Heere ons kennelijk zijne verbeurde gunst niet wil onthouden. En dat is ons gennefT.

Ta. _riit-.fllle./*n-..7ii nn? *» v/^^mroi-^l-itlM/v A*, *-

dat er vier vijanden van de Gereformeerde religie inkwamen.

Den 4den December scheen er toenadering tusschen beide partijen te zullen komen. Levinus predikte over de vragen 113, 114 en 115 van den H. C. en wierp daarin zijne leer omtrent de 60ste vraag omver, ja zelfs gebruikte hij daarbij alle bewijsgronden, die Lydius voor zijn gevoelen op het Stadhuis had aangevoerd, kerende, dat de allerheiligsten, ook die tien ponden van den Heere ontvangen hebben, tot het kwaad nog genegen zijn en dikwijls zondigen. Wel wilde hij voor Lydius niet bekennen, dat hij anders geleerd had dan tevoren, doch men kon dit toeschrijven aan weerzin om ongelijk te bekennen.

Den loden December begaf zich Van Maerlant naar Lydius' woning om te vragen of er niet eene vergadering kon gehouden om de geschillen bij te leggen. Lydius verheugde zich daarover zeer, ofschoon hij niet ontveinsde, dat er te veel gebeurd was, dan dat men er zoo maar overheen kon stappen. Hij beloofde daarover met zijne medebroeders te zullen spreken; doch van eene vergadering kwam voorloopig niets door de ziekte van den ouderling Willem Dircksen.

Den uden kondigde Levinus der gemeente aan, dat men Avondmaal zou houden. Bastiaensen vermaande hem echter ernstig, dat hij het sacrament niet onverzoend zou verkondigen. Toch ging hij ermede door.. Lydius deed huisbezoek met een ouderling. De Raet ging alleen, zeker uit vrees, dat ook een ander zou te weten komen, hoe vele lidmaten van zijne leer afkeerig waren.

Den 24sten December zou er vergadering gehouden worden om tot verzoening te geraken en ging Lydius dit den koster _ aanzeggen, tevens belastende om vuur aan te leggen. Doch onbeschaamd weigerde deze het. »Door wie is u dat verboden ? " vraagde Lydius. »Van menschen, '' klonk het brutaal. Nader geperst gaf de koster ten slotte toch te kennen, dat Maerlandt er achter zat. Aanstonds ging Lydius naar den burgemeester-ouderling, die het houden van kerkeraad verbood. »Doet gij dit als Burgemeester, zoo loopt gij in een vreemd ambt, en doet gij het als ouderling, 200 Sta^ gij onder den kerkeraad en hebt daar minder' zeggen in dan de predikanten." Doch het baatte niet, Maerlandt ging in zijn huis en liet Lydius op den stoep staan. Toen Lydius met Jakobsz, ouderling, zich daarop naar de woning van Van Galen begaf, had daar een heftig tooneel plaats. Van Galen gaf te kennen dat de vergadering toch geen vrucht hebben zou; de ouderling Jacobsz antwoordde, dat het nu openbaar werd, dat hij 't meende, wat hij in den kerkeraad gezegd had, n. 1. dat zulk een vriend als hij der kerk steeds geweest was, hij nu zich een vijand zou betoonen. Over de markt van Oudewater klonken nu de woorden uit biu-gemeesterlijken mond: »Dat Hegt gij, ik zeg u, dat gij oproerige muitmakers zijt, en gij Lydius en gij Willem Jakobsz zult ook als zoodanige gestraft worden." (Wordt vervolgd.)

WiNCKEL.

GEDRUKT TER KON. NED. STOOMDRUKKERIJ,

"WARMOESSTRAAT 106, AMSTERDAM.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1888

De Heraut | 6 Pagina's

Vrije Universiteit.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1888

De Heraut | 6 Pagina's