GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit be Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit be Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In De Gereformeerde Kerk, het orgaan der Gereformeerden in de Ned. Herv. kerk, schrijft Ds. Jac. Eringa van Workum dit:

Is dan in de Ned. Herv. Kerk alles geoorloofd en alles mogelijk ? Is er dan niets aan te doen, zooals de tegenpartij spottend verklaart ? " Met deze twee vragen eindigt Ds. Heinecken, consulent van Beilen, een ingezonden stuk in het »Nedl. Dagblad, " waarin hij de Beiier kwestie be spreekt. Wat de eerste dezer vragen betreft, daarop zouden wij wel willen antwoorden: ja alles is in de Ned. Herv, Kerk geoorloofd in de praktijk, ofschoon in theorie en op grond van Gods Woord en de Belijdenis niet. En op de tweede vraag zouden wij willen antwoorden: Neen, er is iiiets aan te doen, zoolang in de praktijk alles mogelijk blijkt en behalve de Modernen en Evangelischen, ook vele Orthodoxen en misschien ook wel Gereformeerden juist willen, dat het zóó in de Ned Herv. Kerk moet blijven.} Hoe zal er iets aan gedaan kunnen worden, zoolang men wil, dat in één kerkverband de verschillende partijen bij elkander moeten blijven ? Hoe kan er iets aan gedaan worden, zoolang men wil, dat in Christus' kerk bij bezwaar tegen de Belijdenis een beroep op Gods Woord onmogelijk blijft ? Hoe kan er iets aan gedaan worden, zoolang men wil dat het onrecht niet ongedaan, maar bestendigd wordt ? Ziet! dan kan men klagen over het onzalige van zulke praktijken als te Beilen, dan kan men zich ergeren aan dien ellendigen partijstrijd, dan kan men dat oneerlijke strijden, om de meerderheid in handen te krijgen, bejammeren, maar dan moet men eigenlijk deze dingen aanvaarden zonder murmureering en zonder klacht.

Immers, dat is een natuurlijk gevolg van onzen toestand op kerkelijk gebied, dat vloeit uit het Synodale systeem voort, dat is een vrucht van de episcopaal-coUegiale organisatie, welke men met hand en tand vasthoudt ook zelis in orthodoxe kringen. Er is onrecht geschied in 1816. Hoe men ook oordeele over de tegenwoordige bestuursinrichting en over de bedoeling van Koning Willem I, het kan niet. worden ontkend, dat die bestuursinrichting op onwettige wijze met verkrachting van het recht der Kerk is tot stand gekomen En dat onrecht is in 1852 bestendigd, toen de Kerk nog vaster aan deze onwettig ingevoerde organisatie is gekluisterd Hoe men ook over het gebeurde in 1852 oordeele, toen werd niet de fout van 1816 weer goed gemaakt, maar bestendigd. En ook sinds dien tijd wordt dit onrecht, dat niet verjaart, bestendigd Dit wascht al het water der zee niet af Daar komt nog bij, dat toen de Belijdenis als het ware als een oud, eerwaardig document is inge kerkerd, waarvan men volgens art. 11, Algem. Regl. niet mag afwijken, maar waarvan een massa predikanten en een nog grooter massa leden der Kerk op zeer vele, zoo niet alle, pur ten moedwillig afwijken. Een tweede onrecht dus gevoegd bij het eerstgenoemde, en ook dit, tot op den huldigen dag toe, bestendigd met medeweten en ook naar het begeeren van zeer vele rechtzinnigen. Dat tweede onrecht zeker mede een gevolg van het eerste, omdat bij gravamina tegen de Belijdenis een beroep op Gods Woord onmogelijk is gemaakt doordat de Kerk in haar meerdere vergaderingen niet meer sa& m komen kan En nu klaagt men over dien heilloozen partijstrijd, maar men begeert niet dat het onrecht ongedaan wordt gemaakt, men wil de gevolgen niet van eene zaak, die in den wortel verkeerd is Men verfoeit de pogingen van Modernen en Evangelischen, maar wil wel straks op zijn beurt deze onderdrukken, als men maar de meerderheid in handen heeft. Om die meerderheid te krijgen en om die te behouden, grijpt men dan desnoods slechte middelen aan, want aan het in de meerderheid zijn is immers alles gelegen; daar hangt het leven van de partij aan. En dat is o, Orthodoxen! die ziende blind zijt voor de gevaren dezer organisatie, mede uw schuld.

Gij vraagt niet naar recht; gij vraagt niet naar herstel van onrecht; gij acht het zoo 't schijnt gering, dat deze organisatie vlak in strijd is met de wet van Christus, waar deze wijzehde op de heerschappij yoerders over de volken, zegt: alzoo zal het onder u niet zijn, maar zoo wie onder u' groot wil worden, die zij uw dienaar." (Math. 20 : 25) Nog onlangs heeft Dr. Kromsigt op deze dingen in »de Geref Kerk" gewezen En wat ziet men nu nog bovendien ? Dit, dat de Besturen, om dien heilloozen partijstrijd een weinig in bedwang te houden, hun macht moeten uitbreiden Aan die macht wordt de zelfstandigheid der Gemeenten opgeofferd, ja ook de ambten der Kerkeraadsleden Zijn al de Class. Vergaderingen een carricatuur van wat ze behoorden te zijn, ook de Kerkeraden worden bedreigd. Heeft het verplicht stellen van de collecte voor noodlijdende kerken en personen dit niet bewezen ? Blijkt dit niet uit de «kwartjeskwestie, " waarbij feitelijk de Kerkeraad in het aannemen van lidmaten aan banden wordt gelegd en door middel van een geldkwestie in die aan neming belemmerd wordt, ja ook eerlang tucht zal moeten oefenen over onwillige betalers en misschien zal moeten weigeren aan te nemen, die niet tot betalen willen gedwongen worden. Wij zeggen dit niet om personen te kwetsen, maar om op een systeem te wijzen, dat bij consequente doorwerking maakt, dat in onze Kerk alles mogelijk is en dat hiertegen niets kan worden gedaan, zoolang men schier van alle kanten in dezen toestand wenscht te blijven En nu zegge men niet: niaar in Beilen zijn het de Kerkvoogden, die onwillig zijn, " want dat Bestuur en Beheer zoo gescheiden zijn, dat de Kerkvoogden het beroepingswerk ongestoord moedwillig kunnen verhinderen is mede een gevolg van onze abnormale toestanden. Kunnen deze dingen dan niet anders worden ? Ja, zoodra men, deze ellende moede, vraagt naar verlossing in den weg van recht en gerechtigheid

1) Vrijstelling.

Deze zielskreet teekent.

Hier uit zich een geërgerd gemoed, dat huivert bij het indenken van den ongeestelijken toestand die insloop, en den algemeenen onwil, om met dien toestand te breken,

We verstaan dan ook het lijden van wie 't zóó inziet, en toch er niets aan doen kan.

Wat we alleen n'et verstaan is, hoe men, zijn ambtelijke roeping voor God in de teederheid der conscientie overwegend, het bij zulk klagen laat.

Verbeeld u Luther, verbeeld u Calvijn, die na precies dezelfde klacht te hebben geuit, verder geen hand hadden uitgestoken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Uit be Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's