GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dat de kerkelijke

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dat de kerkelijke

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 31 Maart 1911.

Dat de kerkelijke pers over hetvoorstel-Zaandam het stilzwijgen niet bewaren zou, was te voorzien. De opleidingskwestie grijpt veel te diep in ons kerkelijke leven in, dan dat een poging om dit vraagstuk tot oplossing te brengen, niet openlijk in de pers zou besproken worden. Indien deze bespreking dan ook een broederlijk en zakelijk karakter had gedragen, zou tegen publieke bespreking geen-het minste bezwaar bestaan. De publieke zaak behoort ook publiek behandeld te worden.

We denken er dan ook niet aan, om het den voorstanders van de eigen inrichting euvel te duiden, dat zij het voorstel-Zaandam in al zijn onderdeelen microscopisch onderzocht hebben, om te zien in hoeverre het „beginsel" van de opleiding door de Kerk in dat voorstel tot zijn recht kwam. Al spreekt het wel vanzelf, dat een poging tot oplossing van dit vraagstuk nooit slagen zal, wanneer men over en weer niet tot zekere concessies bereid is, toch hebben beide partijen het volste recht, klaar en duidelijk te doen uitkomen, Jn hoeverre er bij hea principieele bezwaren bestaan. Ook onzerzijds zouden we niet geaarzeld hebben onze bezwaren tegen dit voorstel publiek te maken. Het voorstel-Zaandam is toch geheel buiten den kring der Vrije Universiteit opgekomen. De predikanten, die bij de geboortegeschiedenis betrokken waren, kwamen uit den kring der „afgescheiden kerken" en waren zelfs niet eens leerlingen der Vrije Universiteit, maar van de Theologische School. De Hoogleeraren der Vrije Universiteit zijn met het voorste! eerst in kennis gesteld, nadat het door den Kerkeraad van Zaandam was vastgesteld, en hun advies of kritiek is-vooraf niet gevraagd. Zelfs mag niet verbeeld, dat toen dit voorstel hun bekend werd gemaakt, niet ongewichtige bezwaren tegen verschillende onderdeelen van dit voorstel geopperd zijn en men volstrekt niet achtte, dat het voorstel zooals het daar lag, door de Synode zou kunnen aangenomen worden. Indien men de indiening van dit voorstel toch niet beslist ontraden heeft, dan was dit alleen omdat het voorstel in zgn uitgangspunt een basis van onderhandeling aanbood; in zijn uitwerking soepel en elastiek genoeg was om amendementen toe te laten, en.er hoop bestond, wanneer men ook van de andere zijde bereid was, op dezen voorslag in te gaan, at men op de aanstaande Synode tot een ergelijk komen kon.

Voor die hope bestond in zooverre goede grond, dat het voorstel-Zaandam niet anders was dan een nadere uitwerking van een gedachte, door Hellandia uitgesproken en destijds door de Wachter en de Bazuin met warme sympathie begroet. In zooverre dit voorstel hetzelfde uitgangspunt koos, maar trachtte enkele practische bezwaren tegen den voorslag van Hollandia ingebracht, te ondervangen, scheen het op waardeering van de zijde der voorstanders der eigen inrichting te mogen rekenen. De bedoeling van dit voorstel was toch zeer duidelijk, om zooveel mogelijk juist aan de bezwaren van de voorstanders der eigen in­ h richting tegemoet te komen.

Intusschen is deze hnop helaas in. rook vervlogen. Het voorstel-Zaandam, dat bovenal meer eenheid in ons kerkelijk leven bedoelde, is juist aangegrepen om het vuur van kerkelijke hartstochten in lichterlaaie te doen ontbranden. En de Bazuin en de t Wachter hebben hun kolommen geopend om de scherpste critiek op dit voorstel te richten, en het voorstel-Zaandam is thans reeds het onaannemelijkste voorstel verklaard, dat nog ooit is gedaan.

Het recht tot deze critiek wordt door ons niet betwist, maar wel mag een ernstig w O woord van protest niet ontbreken tegen de wijze, waarop die critiek geoefend is geworden. Het gaat niet aan en het ontsiert onze kerkelijke pers, dat mannen, die te goeder trouw en in oprechte conscientie een voorstel doen in het belang onzer Kerken, aan het volk voorgesteld worden als „schenders van bedingen", „belagers der School", „meineedigen", „giftmengers", ja dat ze zelfs vergeleken worden bij Judas Iscarioth, en op hen de woorden worden toegepast van Luther's lied:

0e vijand rukt vast aan Met opgestoken vaan, Hij draagt zijn rusting nog Van gruwel en bedrog. Maar zal als kaf verdwijnen.

Volkomen terecht heeft de Zuider Kerkbode opgemerkt, dat men z"ilk een „scheiden op de grofste manier" wel verwacht in Het Volk, maar niet in een Gereformeerd kerkelijk blad, dat tot motto heeft: „Waakt en bidt."

Een kerkelijke censuur op de pers hebber we niet meer, maar des te hooger moei de toon onzer kerkelijke pers staan, opda! we aan de wereld een goed voorbeeld geven. Al wat den goeden naam en eere van onzen naaste raakt, en dit geldt nog te meer waar het hier om de eere van onze broeders gaat, moet ons heilig z^n. Hoe scherp men ook elkanders opvattingen en meeningen bestrijdt, elke persoonlijke polemiek, elk aanranden van elkanders eere moet vermeden worden. Het vergiftigt ons kerkelijk leven, en het maakt, dat de vijanden onzer Kerken ons bespotten, wan neer men op zulk een wijze tegen elkander optreedt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Dat de kerkelijke

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1911

De Heraut | 4 Pagina's